Vraag maar...
Stichting Limburgse Oorkonden
Veelgestelde vragen
Hieronder vindt u een aantal veelgestelde vragen omtrent oorkonden.
Een oorkonde is een officieel, schriftelijk document dat bedoeld is om te dienen als bewijs van een rechtsgeldige afspraak tussen twee of meerpersonen. Het is opgesteld volgens vaste regels en vormen die variëren naar de plaats waar de oorkonde is ontstaan en de periode.
Oorkonden zijn al in de Romeinse periode geschreven. Het oudste archiefstuk in Nederland is de (valse) oorkonde die de Duitse koning Otto I in 950 verleende aan de Limburgse abdij van Thorn. Het oudste overgeleverde schriftdocument is het houten schrijfplankje van Tolsum, uit 28 na Christus.
Kerkelijke en wereldlijke hoogwaardigheidsbekleders als pausen, bisschoppen, abten/ abdissen, keizers/keizerinnen, koningen/koninginnen, hertogen/ hertoginnen en graven/gravinnen legden als eersten hun afspraken vast in oorkonden. Vanaf de twaalfde eeuw volgen stadsbesturen, ridders, priesters, burgers en boeren.
Aanvankelijk zijn oorkonden geschreven in het Latijn. Vanaf de dertiende eeuw verschijnen er ook oorkonden in de volkstaal. De oudste volkstalige oorkonde in Nederlands-Limburg dateert uit 1294.
In de vroege middeleeuwen werden oorkonden geschreven op papyrus. Daarna werd overgegaan op het extreem duurzame perkament, dat gemaakt is van de huid van koeien, geiten, schapen of andere dieren. In de loop van de veertiende eeuw werd ook papier gebruikt.
Middeleeuwse schrijvers gebruikten doorgaans een ganzenveer, maar soms ook een rietstengel. De inkt was ijzergallusinkt, die bestond uit ijzerzout, tannine uit galnoten, water of wijn en een bindmiddel (Arabische gom).
Oorkonden zijn officiële documenten, maar werden ook vervalst. Met name in de twaalfde eeuw zijn veel valse oorkonden gemaakt. Omdat men met een oorkonde zijn recht kon halen, was het aantrekkelijk om zelf een oorkonde te fabriceren wanneer men geen rechtstitel had.
Oorkonden werden zorgvuldig bewaard in grote kisten of kasten. Vele oorkonden zijn ook overgeschreven in registers, waardoor we nog vele middeleeuwse teksten kennen die niet meer in origineel zijn overgeleverd. De kwetsbare perkamenten oorkonden worden thans bewaard in archieven die ingericht zijn met brandwerende deuren, geavanceerde klimaatbeheersing en alarmsystemen.
In de vroege Middeleeuwen is de ondertekening in West-Europa de meest gebruikte vorm om oorkonden te voorzien van een rechtsgeldigheidsteken. Vanaf het eind van de negende eeuw verlenen bisschoppen door een zegel bewijskracht aan hun oorkonden. In de loop van de elfde eeuw worden zegels meer algemeen. Keizers, bisschoppen en vorsten bezegelen als eerste, daarna volgen edelen, kloosters en steden. Sedert de 13e eeuw beschikken ook schepenen en vooraanstaande burgers over een eigen zegel. De meeste zegels zijn gemaakt van bijenwas, maar de pausen gebruikten lood en een aantal hoge vorsten en kerkleiders goud of zilver. Een zegel was niet alleen het bekrachtigingsmiddel van een oorkonde, maar fungeerde ook als statussymbool voor de eigenaar.
Heb je nog meer vragen
partners
donateurs