Oorkonden

Een overzicht van alle oorkonden

Filters
Filters
Filter op collectie
Filter op type
Thank you! Your submission has been received!
Oops! Something went wrong while submitting the form.
Tag
2 van 4 oorkonden weergegeven
Sint-Gerlach

Nummer 1

Kerkelijk
(1201 december 25) – 1202 (september 23)

Adolf I (van Altena), aartsbisschop van Keulen, verklaart dat Gozewijn IV, heer van Valkenburg, met instemming van vrouwe Jutta, zijn echtgenote, zijn hof te Munstergeleen met alle horigen, inkomsten en toebehoren en de helft van het patronaatsrecht aldaar aan het klooster van Sint-Marie te Heinsberg en aan de plaats van de heilige Gerlach heeft geschonken. Hij heeft dit gedaan om de door hem beloofde, maar niet volbrachte kruistocht, naar Jeruzalem te compenseren. Adolf I op zijn beurt ontheft Gozewijn IV van zijn belofte en vrijwaart hem van toekomstige bestraffing voor het verbreken hiervan.

Sint-Gerlach

Nummer 2

Economisch
1231 januari 25

Reinier, deken, en het kapittel van Onze-Lieve-Vrouw te Maastricht verklaren dat Lambert Sutor en zijn moeder met hun toestemming akkers te Houthem hebben verkocht aan het klooster Sint-Gerlach te Houthem. Deze akkers waren cijnsplichtig aan het kapittel. De verkoop is gebeurd door de hand van Willem, parochiepriester te Houthem en kanunnik van het Onze-Lieve-Vrouwekapittel.

Sint-Gerlach

Nummer 3

Economisch
(1231 december 25 -) 1232 (september 23)

Jan Gruszere heeft met instemming van de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Thorn hun cijnsplichtige akkers, gelegen te Houthem (in de heerlijkheid Valkenburg), verkocht aan het klooster Sint-Gerlach te Houthem. Dit is gebeurd door toedoen van Rutger, schout van Thorn, waardoor jonkvrouwe Clementia van Geilenkirchen, non van Sint-Gerlach, deze akkers uit handen van de abdis en de schout van Thorn heeft ontvangen. De kerk van Thorn zal van het klooster Sint-Gerlach de gebruikelijke cijns uit die akkers ontvangen en van de dode hand (belasting bij overlijden) niet meer dan de dubbele cijns. Indien Clementia het klooster Sint-Gerlach verlaat om in te treden in een klooster met een strengere leefregel of wanneer zij met medezusters naar een andere plaats wordt overgeplaatst om een nieuw klooster te stichten, dan zal het klooster Sint-Gerlach de dode hand niet op dat moment betalen aan de abdij Thorn, maar pas na de erkenning van haar dood.

Sint-Gerlach

Nummer 4

Kerkelijk
1233 januari 10

Paus Gregorius IX neemt het Onze-Lieve-Vrouweklooster Sint-Gerlach te Houthem en de hier verblijvende nonnen in bescherming en bevestigt het klooster in alle huidige en toekomstige bezittingen.

Sint-Gerlach

Nummer 5

Economisch
1236 september 2

Hendrik, bestuurder van de kloosters van Sint-Marie te Heinsberg en Sint-Gerlach te Houthem, verklaart dat Mathilde, magistra van Sint-Gerlach, een jaarrente van vier schelling, afkomstig van eerdere schenkingen uit twee huizen te Aken, en een malder rogge te Daniken bestemd heeft voor het ziekenverblijf van Sint-Gerlach. Hij geeft een lijst van de veestapel en keurt deze toekenning van Mathilde aan het ziekenverblijf goed.

Sint-Gerlach

Nummer 6

Economisch
1227 (november 5 - 1236)

Beatrix, vrouwe van Valkenburg, bevestigt dat Gerard Buc ten overstaan van haar, haar dienstmannen, van alle inwoners van Valkenburg én van haar getrouwen heeft verklaard dat zijn vader, heer Emmo van Klimmen, een huis met grond te Voheim aan het klooster Sint-Gerlach heeft geschonken. Het huis maakte deel uit van zijn vrij bezit en is op de juiste wijze voor de eeuwigheid aan het klooster overgedragen.

Sint-Gerlach

Nummer 7

Kerkelijk
1242 maart 4

Jan, bestuurder, en het convent van het klooster van Sint-Marie te Heinsberg maken aan meester en convent van Sint-Gerlach te Houthem bekend dat zij van oudsher in vroomheid en geloof met elkaar verbonden zijn en dat zij mede daarom de verschuldigde herdenkingsdiensten zullen doen voor de broeders en zusters van hun gemeenschap, zowel geestelijken als leken. Zij zien hier van af wanneer beide kloosters dit bezwaarlijk vinden of schriftelijk vastgelegd hebben dat dit teveel gevaar oplevert.

Sint-Gerlach

Nummer 8

Economisch
1241 (maart 29-31 of 1242 maart 1-31)

Dirk II, heer van Valkenburg, heeft aan bestuurder en klooster van Sint-Gerlach te Houthem zijn bos Vorbusde verkocht, gelegen in zijn vrij bezit te Houthem, en een deel van de koopsom aan het klooster geschonken.

Sint-Gerlach

Nummer 9

Juridisch
1253 april (18-30 of 1254) april (1-9)

De schepenen van Maastricht maken de overeenkomst bekend in het geschil over de goederen van ridder Godfried van Heer, tussen enerzijds de bestuurder en het gehele convent van Sint-Gerlach te Houthem en anderzijds Wolter van Mesch, burger van Maastricht, Jutta en Mathilde, kleindochters van Godfried van Heer, en hun voogd Leonius. Partijen zijn ten overstaan van de schepenen van Maastricht, de meier en de schepenen van Heer en verwanten en vrienden van Jutta en Mathilde overeengekomen dat de bestuurder en het convent van Sint-Gerlach uit de betwiste goederen vijf bunder akkerland, afhangend van de hof van Heer, in erfelijk eigendom zullen hebben. Wolter van Mesch, voogd Leonius en Mathilde, moeder van Jutta en Mathilde, hebben ten behoeve van bestuurder en convent afstand gedaan van de genoemde vijf bunder akkerland. De bestuurder en het convent hebben op hun beurt ten behoeve van Wolter, Jutta en Mathilde afstand gedaan van alle overige goederen van Godfried van Heer, zowel binnen als buiten Maastricht.

Sint-Gerlach

Nummer 10

Economisch
1254 juli 5

Dirk II, heer van Valkenburg, schenkt aan bestuurder en convent van het klooster Sint-Gerlach te Houthem negen bunder land te Hatersbruc en vier bunder in zijn vrij bezit te Houthem, alsmede een cijns van vijftien schelling Luiks. Deze betaling was het klooster hem verschuldigd omwille van een eerdere schenking van vier mark. Dirk bepaalt ook dat het klooster gehouden is uit deze schenkingen jaarlijks één mark te bestemmen voor de tractatie bij de gedachtenisdienst op de verjaardag van het overlijden van zijn echtgenote Berta en drie mark voor het eeuwigdurend opdragen van een dagelijkse mis voor de overledenen.

Sint-Gerlach

Nummer 11

Economisch
(vóór 9 juli 1257)

Wolter, overste van de minderbroeders te Maastricht, vaardigt een oorkonde uit over een legaat van ridder Gerard van Scherwier aan ridder Adam van Nuth inzake de betaling van 30 mark uit onrechtmatig verworven goederen.

Sint-Gerlach

Nummer 12

Economisch
1257 juli 9

Ridder Gerard van Scherwier schenkt aan het klooster Sint-Gerlach te Houthem een halve hoeve akkerland uit zijn vrij bezit tussen Swier en Laar. Deze schenking is geschied op voorwaarde dat daaruit een schuld van 30 mark wordt afgelost. Het klooster Sint-Gerlach zal na de aflossing de halve hoeve ongestoord bezitten op voorwaarde dat het klooster eeuwigdurend de gedachtenisdienst op de verjaardag van zijn overlijden, van zijn echtgenote Agnes en van zijn ouders zal houden, de missen opdragen en een wijntractatie zal uitkeren.

Sint-Gerlach

Nummer 13

Kerkelijk
1258 februari

Jan, bestuurder, en convent van het klooster Sint-Gerlach te Houthem maken bekend dat het convent de goederen, die voor de eetzaal bestemd zijn, en de inkomsten van de tractaties die de bestuurder jaarlijks bij de gedachtenisdiensten op de verjaardag van een overlijden toekent uit de uithof van het convent, aan de bestuurder schenkt ten bate van het hele convent. De bestuurder wijst op zijn beurt de goederen te Heek onder Klimmen aan het convent toe.

Sint-Gerlach

Nummer 14

Economisch
1258 december

Adam van Amby, ridder, draagt met instemming van zijn kinderen Jan, Waltelm, Agnes en Catharina een hoeve akkerland over in het grondgebied van Borgharen aan bestuurder en convent van het klooster Sint-Gerlach te Houthem. Tevens bepaalt ridder Adam dat zijn nakomelingen, die deze hoeve na de overdracht in gebruik houden en hierover cijns betalen, een jaarlijkse erfrente van twee mark Keuls verschuldigd zijn. Dit moeten zij betalen bij de gedachtenisdienst op de verjaardag van zijn overlijden. In geval zijn nakomelingen in gebreke blijven, mogen bestuurder en convent het bezit van het akkerland tot zich nemen, totdat zij in de geleden schade gecompenseerd zijn. Hierop zal Dirk II, heer van Valkenburg, ten bate van de bestuurder en het convent toezien.

Sint-Gerlach

Nummer 15

Economisch
1259 augustus

Marcelis, parochiepriester van de Sint-Janskerk te Maastricht, maakt bekend dat Gerard van Amby en diens echtgenote Hildegonde zowel aan het cisterciënzerklooster van Val-Dieu als aan het premonstratenzerklooster Sint-Gerlach te Houthem een halve bunder akkerland in het dorp Berg schenken. Dit akkerland hangt af van de hof van Meerssen. Na de dood van beide schenkers zullen beide kloosters dit akkerland in erfelijk bezit krijgen.

Sint-Gerlach

Nummer 16

Kerkelijk
1269 april

Hendrik, bestuurder van het klooster Sint-Gerlach te Houthem, maakt het besluit bekend dat hij op verzoek van het convent, van de non Anna van Sint-Gerlach en van enkele van haar vrienden heeft genomen. Bij de gedachtenisdienst op de verjaardag van het overlijden van ridder Gozewijn Dukere zal vijf schelling Luiks worden uitgekeerd voor een tractatie van het convent ten laste van de goederen te Weestenrode. Ridder Gozewijn had deze goederen aan Anna toegewezen voor haar onderhoud. Na de dood van Anna komen deze goederen in eigendom van het klooster.

Sint-Gerlach

Nummer 17

Economisch
1269 december 5

Walram van Monschau, heer van Valkenburg, maakt bekend dat hij Jan Ruffus, burger van Aken en schoonzoon van heer Godfried van Klimmen, samen met zijn mede-erfgenamen en met Jan’s eigen toekomstige erfgenamen, heeft vrijgesteld van alle aan hem en zijn erven verplichte schatting op de hof te Cardenbeek. Dit op voorwaarde dat Jan Ruffus en zijn mede-erfgenamen, evenals hun erven, elk jaar op 2 februari aan Walram en diens erfgenamen 1 pond was zullen leveren.

Sint-Gerlach

Nummer 18

Economisch
1270 juni

Walram, heer van Valkenburg en Monschau, schenkt voor eeuwig aan het klooster Sint-Gerlach te Houthem het bezit van de weg door het dorp. Dit ten bate van zijn eigen zieleheil en ter bestrijding van de armoede van de zusters. Deze weg moet voor iedere gelovige vrij toegankelijk blijven, zodat zij de zusters aalmoezen kunnen schenken.

Sint-Gerlach

Nummer 19

Economisch

Walram, heer van Valkenburg en Monschau, getuigt dat ridder Gerard van de Huven in zijn aanwezigheid de verkoop van een deel van de tiend van Spaubeek heeft erkend. En wel voor 21 pond Luiks geld aan de bestuurder, magistra en het convent van het klooster Sint-Gerlach te Houthem. Het gaat daarbij om twee mud rogge naar Maastrichtse maat, die voor eeuwig jaarlijks op Sint-Andreas (30 november) moet worden betaald. Deze verkoop heeft plaatsgevonden in aanwezigheid en met instemming van wijlen zijn vader, Dirk II, heer van Valkenburg. Bij de verkoop hield ridder Gerard deze tiend in leen van Dirk II. Ten tijde van de getuigenis van heer Walram is deze tiend in diens bezit als leenheer. Ook hij keurt deze verkoop goed.

Sint-Gerlach

Nummer 20

Economisch
1272 november 24

Margareta, non van het klooster Sint-Gerlach te Houthem, dochter van Wolter en Oda van Stercbeeke, heeft zes bunder land gekocht te Dirgarden ten behoeve van een jaarlijkse wijntractatie aan het convent; ook heeft zij te Heek twaalf schelling Luiks gekocht ten behoeve van een tractatie aan het convent op de feestdagen van de heilige Catharina, Johannes Evangelist en Nicolaas. Eveneens heeft zij te Haasdal een half mud rogge gekocht, aan het convent te voldoen voor de gedachtenisdienst op de verjaardag van het overlijden van Mathilde, eertijds vrouwe van Berg. In de hof te Raar heeft ze drie morgen land gekocht om eeuwig de gedachtenisdiensten op de verjaardag van het overlijden van haar vader Wolter en haar moeder Oda van Stercbeeke te houden. Voor de lamp van sint Gerlach in de kerk van Sint-Gerlach heeft ze een halve bunder land gekocht, daar gelegen in het veld, en in de hof te Raar een half mud rogge, jaarlijks te voldoen voor de lamp boven het koor van het convent van Sint-Gerlach.

Sint-Gerlach

Nummer 21

Economisch
1273 mei 19

Walram, heer van Valkenburg en Monschau, heeft op advies van zijn raadsmannen ridder Arnoud, heer van Stein, ridder Gozewijn van Borgharen, ridder Jan van Haasdal en van Raas van Printhagen dertig bunder bos van zijn bos van Buchoit verkocht aan Arnoud van Houthem.  Dit met de bedoeling dat er akkerland van is of wordt gemaakt. Deze dertig bunder zijn, net als de andere leengoederen die Arnoud van Houthem van Walram heeft, als leengoed overgedragen.

Sint-Gerlach

Nummer 22

Kerkelijk
1273 mei 28

Engelbert van Isenburg, aartsdiaken van het bisdom Luik, beveelt dat de priester van Meerssen een voorgenomen benoeming van een pastoor te Oirsbeek gedurende drie feestdagen moet afkondigen, zodat anderen op 12 juni bij de aartsdiaken bezwaar kunnen maken en het klooster Sint-Gerlach te Houthem een ander benoemingsbesluit kan nemen. Dit om reden dat Walram, jonge heer van Valkenburg en Monschau, het patronaatsrecht van Oirsbeek eerder geschonken heeft aan het klooster Sint-Gerlach.

Sint-Gerlach

Nummer 23

Kerkelijk
1273 juni 12

Engelbert van Isenburg, aartsdiaken van het bisdom Luik, laat Anselm, deken van de geestelijke ambtsdragers van Susteren, weten dat hij Theobald, kanunnik van Sint-Gerlach te Houthem, tot nieuwe pastoor van Oirsbeek heeft benoemd vanwege het overlijden van diens voorganger Arnoud van Haren. Theobald is voorgedragen voor deze benoeming door proost en convent van het klooster Sint-Gerlach. Aartsdiaken Engelbert draagt deken Anselm op om Theobald daadwerkelijk van dit pastoorsambt in bezit te stellen en hem hierover vervolgens een schriftelijke bevestiging te sturen.

Sint-Gerlach

Nummer 24

Economisch
1279 september 6

Willem, bestuurder, en het convent van Sint-Gerlach te Houthem verklaren dat zij met instemming van deken en kapittel van de Sint-Servaaskerk te Maastricht in het vrij bezit van het kapittel een muur rond hun klooster gebouwd hebben. Hiervoor hebben zij in het gedeelte van de muur aan de zijde van Berg uit dat vrij bezit zowel onder de muur als erbinnen één bunder in de lengte verworven en één roede in de breedte aan de zijde van Berg. Daarvoor zullen zij op de eerste zondag na Sint-Andreas aan de Sint-Servaaskerk een erfelijke jaarrente van twee penning Luiks betalen te Berg. Met deze vergunning van het vrij bezit erkennen proost en convent van Sint-Gerlach geen verder recht verworven te hebben in de goederen van Sint-Servaas.

Sint-Gerlach

Nummer 25

Varia
1279 september 6

Deken en kapittel van de Sint-Servaaskerk te Maastricht verklaren dat zij een oorkonde van bestuurder en convent van Sint-Gerlach te Houthem hebben ontvangen, gedateerd op 6 september 1279, en geven daarvan de tekst weer. Deze oorkonde gaat over de bouw van een muur rond het klooster Sint-Gerlach.

Sint-Gerlach

Nummer 26

Economisch
1270 (lees 1279) september 6

Walram, heer van Valkenburg en Monschau, maakt bekend dat bestuurder en convent van Sint-Gerlach te Houthem met instemming van deken en kapittel van de Sint-Servaaskerk te Maastricht in het vrij bezit van het kapittel een muur rond hun klooster gebouwd hebben op een stuk grond van één bunder in de lengte en één roede in de breedte aan de zijde van Berg tegen een erfelijke jaarrente van twee penning Luiks. Walram erkent dat hij geen enkel recht heeft op deze grond.

Sint-Gerlach

Nummer 27

Economisch
1279 december 28

Schepenen van Maastricht maken bekend dat:

1.     Oger, heer van Borgharen, ridder, voogd van Maastricht, met instemming van zijn echtgenote en hun kinderen een vierde deel van een stenen huis, gelegen aan de Graanmarkt te Maastricht, geschonken heeft aan bestuurder en convent van Sint-Gerlach te Houthem

2.      Jan, zoon van wijlen Wijnand, ridder, en zijn kinderen afstand hebben gedaan van een vierde deel in dat huis

3.     Dirk de Lata Platea afstand heeft gedaan van een vierde deel in dat huis, alsmede de helft van een vierde deel dat hem erfrechtelijk toekomt

4.     Oda, moeder van Dirk, met instemming van haar kinderen de helft van een vierde deel in dat huis erfrechtelijk gegeven heeft aan bestuurder en convent van Sint-Gerlach tegen een jaarlijkse cijns van vijftien schelling Luiks. Bestuurder en convent zullen de grondcijns betalen aan de bisschop van Luik en Oda zal geen verhef geven of ontvangen.

Sint-Gerlach

Nummer 28

Economisch
1280 januari 30

Abt en convent van Kloosterrade verkopen al hun goederen te Houthem, gelegen in het land en de rechtsmacht van de heer van Valkenburg, aan bestuurder en convent van het klooster Sint-Gerlach te Houthem voor elf mark Luiks. Met dit bedrag lost de abdij van Kloosterrade de uithof te Gerse.

Sint-Gerlach

Nummer 29

Economisch
1286 (april 12-27)

Adolf, abt van de Sint-Michaelsabdij te Siegburg, heeft Herman Scotto, monnik aldaar, toegestaan om de erfgoederen die hem zullen toevallen bij het overlijden van zijn schoonzus Geertrui van Siecht, begijn te Maastricht, te verwerven en voor zichzelf aan te wenden.

Sint-Gerlach

Nummer 30

Economisch
1286 april 28

Jan, bestuurder in Millen, verklaart dat Herman Scotto, monnik van de Sint-Michaelsabdij te Siegburg, de goederen in de parochie van Oirsbeek die hem toegevallen zijn bij het overlijden van zijn schoonzus Geertrui van Siecht, begijn te Maastricht, heeft verkocht aan de bestuurder van Sint-Gerlach te Houthem.

Sint-Gerlach

Nummer 31

Economisch
1287 juni 28

Willem, bestuurder, en convent van Sint-Gerlach te Houthem verklaren dat zij aan Hendrik van Retersbeek en Clementia, zijn echtgenote, burgers van Maastricht, een jaarlijkse lijfrente van negen mud en achttien vaten rogge verschuldigd zijn voor de schenking van achttien bunder land te Beek en gronden te Haasdal. Van de achttien bunder hangt er vijftien af van de heer van Valkenburg en drie van Godfried van Audesteyde, de gronden te Haasdal hangen af van de bestuurder van Meerssen. Ook stellen bestuurder en convent clausules op ingeval van overlijden van Hendrik of Clementia. Walram, heer van Valkenburg, hecht zijn goedkeuring aan deze overeenkomst.

Sint-Gerlach

Nummer 32

Economisch
1288 mei 1

Walram, heer van Valkenburg en Monschau, verklaart dat hij vijftien bunder land te Beek, die Hendrik van Retersbeek en Clementia, zijn echtgenote, van hem in leen hielden en die deze afgestaan hadden ten behoeve van bestuurder en convent van Sint-Gerlach te Houthem, vrijgemaakt heeft van de lasten als leengoed en deze vijftien bunder heeft overgedragen aan bestuurder en convent als vrij bezit. Hierna heeft het klooster dit land verkocht aan Jan Suevus, burger van Maastricht.

Sint-Gerlach

Nummer 33

Economisch
(vóór 1 december 1288)

Goblio van Schinnen, kanunnik van Sint-Pieter te Luik, bepaalt dat met de verkoop van zijn graan te Hegge zijn schulden moeten worden betaald en de door hem afgeperste en onrechtmatig verkregen zaken moeten worden teruggegeven. Daarna moet eerst zijn begrafenis worden betaald en ten slotte moet het restant worden besteed aan de vergroting van een altaar in de Sint-Pieterskerk te Luik.

Sint-Gerlach

Nummer 34

Economisch
1288 december 1

Goblio van Schinnen, kanunnik van Sint-Pieter te Luik, vermaakt bij testament aan het klooster Sint-Gerlach te Houthem zijn goederen te Hegge ten behoeve van de stichting van een altaar in het klooster. Hij verzoekt het klooster een van de dochters van heer Godfried van Spaubeek, ridder, op te nemen en schenkt haar een bed. Voor de kosten van haar intrede schenkt hij 5 mud rogge en 1 mud tarwe uit zijn goederen te Hegge en zolang zij leeft jaarlijks 1 mark sterling en 1 mud rogge. Verder legateert hij een aantal goederen aan zijn nicht, dochter, dienstmeid en knecht en stelt een aantal personen aan als executeurs-testamentair.

Sint-Gerlach

Nummer 35

Varia
1289 juni 7

De officiaal van het hof van Luik maakt bekend dat hij het testament van Goblio van Schinnen, kanunnik van Sint-Pieter te Luik, d.d. 1288.12.01 heeft gezien en gelezen.

Sint-Gerlach

Nummer 36

Juridisch
1290 januari 12

De officiaal van het hof van Luik doet uitspraak in een proces tussen bestuurder en convent van Sint-Gerlach te Houthem enerzijds en Jan van Meer en zijn echtgenote Oda uit Maastricht anderzijds. Partijen voerden het proces over de aanspraak die het klooster maakt op de helft van de nalatenschap van Godfried Kenterken uit Maastricht, broer van Oda en van Jutta, non van Sint-Gerlach. De officiaal wijst de helft van deze goederen toe aan het klooster.

Sint-Gerlach

Nummer 37

Juridisch
1290 juni 7

Bestuurder en convent van het klooster Sint-Gerlach te Houthem berichten aan paus Nicolaas IV dat zij Richald, pastoor van Orsmaal, en Robert van Millen, clericus, hebben aangesteld als hun procuratoren voor het pauselijke hof en dat deze een of meerdere plaatsvervangers mogen aanstellen met dezelfde bevoegdheid.

Sint-Gerlach

Nummer 38

Economisch
1293 mei 15

Schepenen van Maastricht maken bekend dat Hendrik van Retersbeek, gezond van lichaam en geest, zijn roerende goederen en vorderingen heeft overgedragen aan Dirk, commandeur van de Duitse Orde, ten behoeve van het huis en de broeders van het huis van de heilige Maria te Aldenbiesen. Deze overdracht is geschied op voorwaarde dat bestuurder en convent van het klooster Sint-Gerlach te Houthem vrij zijn van alle schuldvorderingen, geschillen, verplichtingen en andere zaken ten aanzien van deze goederen, afgezien van een jaarlijkse lijfrente van zes mud rogge Maastrichtse maat die groeit aan de overzijde van de Maas. Bestuurder en convent van Sint-Gerlach moeten deze lijfrente te Maastricht aan de commandeur en broeders te Maastricht voldoen zolang Hendrik leeft en deze rente zal na diens overlijden vrij en geheel naar hen terugkeren.

Sint-Gerlach

Nummer 39

Kerkelijk
1293 september 20

Walram, heer van Valkenburg en Monschau, belooft geen druk uit te oefenen op het klooster Sint-Gerlach te Houthem om meer dan dertig nonnen op te nemen, conform de afspraak met priorin en convent over het terugdringen van het aantal zusters. Willem, abt van Prémontré, hecht zijn goedkeuring aan deze verordening.

Sint-Gerlach

Nummer 40

Economisch
1293 november 30

Schepenen van Oirsbeek maken bekend dat Willem Scheld van Doenrade en zijn echtgenote Geertrui vier bunder akkerland in de parochie van Oirsbeek bij Doenrade hebben verkocht aan bestuurder en convent van Sint-Gerlach te Houthem. Willem en Geertrui zullen jaarlijks een pacht van vier mud rogge Akense maat aan het klooster betalen en de cijns uit de vier gepachte bunder voor het klooster voldoen.

Niks gevonden

Er komen in onze database geen oorkonden voor die overeenkomen met de zoekwoorden of filters die heeft toegepast. Reset alle filters en probeer opnieuw.

partners

donateurs

familie Beijer
© 2022 WaarvanAkte.eu, een initiatief van Stichting Limburgse Oorkonden
Gemaakt door Hive Collective