Korte samenvatting
Keizer Frederik II hernieuwt en bevestigt op verzoek van Jan, kanunnik van het Sint-Servaaskapittel te Maastricht, de door keizer Hendrik IV verleende oorkonde d.d. 1087 aan het Sint-Servaaskapittel te Maastricht.
Latijnse tekst van de oorkonde
(C) In nomine sante et individue Trinitatis.
Fridericus secundus, divina favente clemencia Romanorum imperator semper augustus, Ierusalem et Sicilie rex.
Inter cetera pietatis opera que imperialis munificencia iugiter operatur, illud magis futurum fore creditur ad salutem quod sacrosanctis ecclesiis in quibus Christi servicium militat indefesse, de affluenti misericordia elargitur.
Inde est quod prepositus et capitulum Sancti Seruacii in Traiecto, fideles nostri, per Iohannem, concanonicum eorum, fidelem nostrum, quoddam privilegium, indultum eidem ecclesie a quondam Heinrico quarto, Romanorum imperatore augusto, dive memorie predecessore nostro, nostro culmini presentarunt, supplicantes nobis attente ut privilegium ipsum innovare et ea que continentur in ipso eidem ecclesie confirmare de nostra gratia dignaremur, cuius tenor talis est:
‒ ‒ ‒ (hierna volgt de tekst van de oorkonde van Hendrik IV, zie Collectie Sint-Servaas, nr. 2).
Nos autem pia moti consideracione quod ecclesia ipsa a nostris predecessoribus recordacionis inclite est fundata, volentes eam tamquam nostram cameram specialem suis bonis et libertatibus regere et fovere, attendentes insuper fidem puram et devocionem sinceram quam prepositus et capitulum ecclesie memorate, fideles nostri, erga maiestatem nostram hactenus habuerunt ac incessanter habere noscuntur, privilegium ipsum de verbo ad verbum transcribi iussimus et ea que continentur in eo prefate ecclesie de benignitatis nostre gracia perpetuo confirmamus.
Ut autem hec transcripcio et confirmacio nostra robur perpetue firmitatis optineat, presens privilegium scribi et maiestatis nostre sigillo iussimus iussimus communiri.
Huius rei testes sunt: Panormitanus et Capuanus archiepiscopi, Rauellensis episcopus, Thomasius, comes Acerrarum, marchio Lance, Riccardus, camerarius, et alii quamplures.
Signum domini Friderici secundi, Dei gracia invictissimi Romanorum imperatoris semper augusti, (M) Ierusalem et Sicilie regis.
Acta sunt hec anno dominice incarnacionis millesimo ducentesimo tricesimo secundo, mense decembris, sexte indictionis, imperante domino nostro Friderico secundo, Dei gracia invictissimo Romanorum imperatore semper augusto, Ierusalemb et Sicilie rege, anno Romani imperii eius tercio decimo, regni Ierusalemb octavo et regni Sicilie tricesimo quinto, feliciter. Amen.
Datum aput Precinam, anno, mense et indictione prescriptis.
Nederlandse vertaling
Keizer Frederik II, koning van Jeruzalem en Sicilië, deelt mee dat proost en kapittel van Sint-Servaas te Maastricht, zijn getrouwen, via hun medekanunnik Jan, zijn getrouwe, een voorrecht hebben voorgelegd dat aan deze kerk is verleend door zijn voorganger, wijlen keizer Hendrik IV, waarbij ze hem nadrukkelijk verzoeken om de zaken die er voor deze kerk in zijn opgenomen te hernieuwen en bevestigen, met de volgende inhoud:
‒ ‒ ‒ (hierna volgt de tekst van de oorkonde van Hendrik IV, zie Collectie Sint-Servaas, nr. 2).
Vanuit de vrome overweging dat de Sint-Servaaskerk door zijn voorgangers is gesticht en omdat hij ze als een bijzondere eigen ruimte met goederen en vrijheden wil beheren en begunstigen, en gelet op de zuivere trouw en oprechte toewijding die proost en kapittel van deze kerk tot nu toe jegens hem hebben gehad en onophoudelijk blijken te hebben, heeft hij bevolen om dit voorrecht woord voor woord over te schrijven en bevestigt hij voor altijd de zaken die er voor deze kerk in zijn vastgelegd.
Frederik II heeft bezegeld.
Getuigen zijn: de aartsbisschoppen van Palermo en Capua, de bisschop van Ravello, Thomas, graaf van Acerra, de markgraaf van Lanza, Richard, kamerheer, en vele anderen.
Ondertekening door Frederik.
Gedaan in de maand december 1232.
Gegeven te Apricena, in de voornoemde periode.
Nadere toelichting
Lees meerKeizer Frederik II hernieuwt en bevestigt op verzoek van Jan, kanunnik van het Sint-Servaaskapittel te Maastricht, de door keizer Hendrik IV verleende oorkonde d.d. 1087 aan het Sint-Servaaskapittel te Maastricht.
Origineel
A. Maastricht, HCL, toegangsnr. 14.B002A, archief kapittel van Sint-Servaas te Maastricht, 1062-1797, inv. nr. 39. Gelinieerd.
Aantekening op de achterzijde: 1o door 14e-eeuwse hand: Confirmatio Frederici de dato Mo CCo XXXIIo. – 2o door 14e-eeuwse hand: De exemptione serviciarum faciendum dominis episcopalibus, confirmato per (gedeeltelijk onder opgeplakt stukje papier) Fredericum et inseritur exemptio prius facte per (gedeeltelijk onder opgeplakt stukje papier) Henricum, imperatorem, que est de data anno Domini M LXXXVII / b / E XIIII. – 3o door 16e-eeuwse hand: 1232. – 4o door 17e-eeuwse hand: Capsula imperialium. – 5o door 18e-eeuwse hand: Exemptio I. en 4 (doorgestreept).
Bezegeling: één uithangend bevestigd zegel, dat aangekondigd is, namelijk: S1 van keizer Frederik II, van witte was, beschadigd. Voor een beschrijving en afbeelding van S1, zie Venner, ‘Zegels’, nr. 45.
Afschriften
B. 1273 oktober 15, Maastricht, HCL, toegangsnr. 14.B002A, archief kapittel van Sint-Servaas te Maastricht, 1062-1797, inv. nr. 40, vidimus door meester Boudewijn van Autre-Église, kanunnik van het domkapittel te Luik en officiaal van Luik, naar A. – C. 1282 april 9, Ibidem, Idem, inv. nr. 42, insertie in een oorkonde van rooms-koning Rudolf I, naar A. – D. eind 13e eeuw, Ibidem, idem, toegangsnr. 14.B002A, archief van het kapittel van Sint-Servaas te Maastricht, 1062-1797, inv. nr. 10 (cartularium) = [Liber privilegiorum], fol. 1r-1v (= nieuwe fol. 18r-18v), nr. 1, naar A. – E. 17e eeuw, Ibidem, idem, inv. nr. 12 (cartularium) = Cartularium ecclesie collegialis Sancti Servati (aldus) Trajecti ad Mosam, tomus secundus, Documenta imperialia et ducalia, fol. 34v-36v, onder caput: Imperialia, en onder de rubriek: Capitulum Sancti Servatii soli pontifici et imperatoribus subest, dignitas cleri, sedes 20 episcoporum, naar A. – [F]. niet voorhanden, maar bekend uit G, cartularium van het Sint-Servaaskapittel te Maastricht = Liber A, fol. 198. – G. vóór 1768, Ibidem, toegangsnr. 22.001A, Handschriftencollectie (voormalig) Gemeentearchief Maastricht, 14de-20ste eeuw, inv. nr. 199a (cartularium) = Diplomata Trajectensia de anno 800 ad 1664, p. 8, onder de rubriek: Fredericus 2, imperator, confirmat privilegium Henrici quarti, Romanorum regis, capitulo Sancti Servatii, datum X indictio 1087, de eorum exemptione, in decembris, 7 indictione, mogelijk naar [F]. – H. vóór 1768, Ibidem, idem, p. 373, onder de rubriek: Fredericus, imperator, confirmat privilegium Henrici quarti, imperatoris, quo remittit ecclesie Sancti Servatii omne ius beneficialis servitii, anno 1252 6ta (later doorgestreept en gewijzigd in december 1232) decembris, mogelijk naar D. – [I]. 1784, niet voorhanden, maar bekend uit Willemsen, 'Inventaire', 167-170, nr. 7, afschrift door J.H. Cruts, scholaster van het Sint-Servaaskapittel te Maastricht, naar E.
Uitgaven
a. Hackeng, Het middeleeuwse grondbezit, 312, nr. 96e (onvolledig), naar A. – b. DiBe ID 19371, naar een achttiende-eeuwse uitgave. – c. Friedl e.a., Die Urkunden Friedrichs II. 1232-1236, 223-227, nr. 1543, naar A, zie verder aldaar.
Regesten
Zie Friedl e.a., Die Urkunden Friedrichs II. 1232-1236, 224.
Ontstaan en samenhang
Volgens Zinsmaier, 'Die Reichskanzlei', 149, is onderhavige oorkonde de laatste in een rij van achttien oorkonden die in een korte periode van ca. anderhalf jaar zijn vervaardigd door één van de vijf ambtenaren die afwisselend in de keizerlijke kanselarij werkzaam waren.
Friedl e.a., o.c., 224, identificeren de scriptor als notarius Johannes de Capua; het chrismon en de naam van de keizer zijn mogelijk door Johannes de Lauro of Albertus de Catania geschreven. De ontbrekende dagaanduiding in de datatio is een vaak voorkomend fenomeen in de oorkonden van Frederik II, zie Ficker, Beiträge, 364-365. Voor de geïnsereerde oorkonde van Hendrik IV d.d. 1087, zie Collectie Sint-Servaas, nr. 2. Voor een bevestiging en hernieuwing van onderhavige oorkonde door rooms-koning Rudolf I d.d. 1282 april 9, zie Collectie Sint-Servaaskapittel, nr. 49. In september 1233 zijn twee oorkonden uitgevaardigd waarin de onderhavige oorkonde wordt geauthentiseerd op verzoek van de kanunniken van het Sint-Servaaskapittel te Maastricht: één door deken en kapittel van Onze-Lieve-Vrouw te Aken en één door cantor en kanunniken van het Sint-Adelbertkapittel te Aken. Beide oorkonden zijn in afschrift overgeleverd in een cartularium van Sint-Servaas (berustend te Parijs, Bibliothèque Nationale, Fonds Latin, Manuscrits nr. 10180, fol. 243v). Voor het vidimus d.d. 1273 oktober 15 door meester Boudewijn van Autre-Église, kanunnik van het domkapittel te Luik en officiaal van Luik, zie Collectie Sint-Servaaskapittel, nr. 35.
Tekstuitgave
Het onderscheid tussen c en t is niet goed zichtbaar.
partners
donateurs



.avif)





