Nummer 18

[1175 december 25 -] 1176 [december 24]
type
Economisch
Deel deze oorkonde

Korte samenvatting

Filips I, aartsbisschop van Keulen, oorkondt dat Kunisa van Reifferscheid, samen met haar vader, diens erfgenamen en haar echtgenoot enerzijds, en hertog Godfried III van Leuven als leenheer, samen met diens zonen Hendrik, Adelbert en met Hendrik III van Limburg anderzijds, het deel van de tienden van Lommersum, dat Kunisa van Godfried in leen hield, aan de abdij Kloosterrade hebben overgedragen.

Latijnse tekst van de oorkonde

Ego Phylippus Dei gratia sanctę Coloniensis ecclesię archiepiscopus notum facio tam presentibus quam futuris in perpetuum quod quod quędam Kuniza filia Herimanni de Riferscheit cum eodem patre suo et omnibus coheredibus suis, simul etiam cum marito suo Herimanno quandam partem decimę, quam a duce Louaniense Godefrido iure beneficii possederunt, per manus ipsius ducis Rodensi tradiderunt ecclesię et coram idoneis testibus sollemniter postea huic suo renunciaverunt feodo. Quo facto tam ipse dux quam filii eius Heiricus et Albertus [dominusque Henricus] de Limburch pro anima dominę Margarete uxoris prenominati ducis omniumque parentum suorum predictam decimam Rodensi tradiderunt ecclesię, ad quam ecclesia de Lomuntsheim iure fundi pertinet.

Hoc ergo ut ratum et inconvulsum permaneat, episcopali auctoritate banno nostro munimus et sigilli nostri impressione roboramus.

Acta sunt anno dominicę incarnationis M C LXX VI, indictione VIIII, concurrente IIII, coram testibus idoneis quorum hec sunt nomina: Bruno prepositus maioris domus in Colonia, Hubo decanus, Lotharius prepositus Bunnensis, Symon prepositus Sancti Gereonis.

Nederlandse vertaling

Filips, aartsbisschop van Keulen, maakt bekend dat Kunisa, dochter van Herman van Reifferscheid, samen met haar vader en al diens mede-erfgenamen en met haar echtgenoot Herman een zeker deel van tiend, die zij in leen hielden van Godfried, hertog van Leuven, door de hand van Godfried hebben overdragen aan de abdij Kloosterrade en in bijzijn van getuigen afstand hebben gedaan van hun leen. Daarna hebben zowel Godfried als zijn zonen, Hendrik en Adelbert, en heer Hendrik van Limburg deze tiend voor het zielenheil van Godfrieds echtgenote Margereta en hun ouders overgedragen aan de abdij Kloosterrade, waar de kerk van Lommersum volgens het grondrecht toe behoort.

Filips heeft dit bekrachtigd met zijn ban en heeft bezegeld.

Gedaan [tussen 25 december 1175 en 24 december] 1176.

Getuigen waren: Bruno, proost van de domkerk te Keulen, Hugo, deken, Lotharius, proost van Bonn, Simon, proost van St.-Gereon.

Genoemde personen
Adelbert, zoon van hertog Godfried III van Lotharingen en Margareta, broer van Hendrik
Bruno, aartsdiaken en proost van St.-Pieter te Keulen
Filips I, aartsbisschop van Keulen
Godfried, hertog van Leuven
Godfried III, hertog van Lotharingen, echtgenoot van Margareta, vader van Hendrik en Adelbert
Hendrik III, hertog van Limburg
Hendrik, zoon van Godfried III hertog van Lotharingen en Margareta, broer van Adelbert
Herman, echtgenoot van Kunisa, dochter van Herman van Reifferscheid
Herman van Reifferscheid, vader van Kunisa
Hugo, deken van St.-Pieter te Keulen
Herman
Lotharius, proost van St.-Cassius en St.-Florentius te Bonn en aartsdiaken van Bonn
Margareta, hertogin van Leuven, echtgenote van Godfried III hertog van Lotharingen en hertog van Leuven, moeder van Hendrik en Adelbert, zus van Hendrik III van Limburg
Simon, proost van St.-Gereon te Keulen
Genoemde locaties
Kloosterrade
Lommersum
Uitgave
Geertrui Van Synghel
Onderstaande tekst zal niet worden vertaald bij het kiezen van een andere taal
Deel deze oorkonde

partners

donateurs

familie Beijer
© 2023 WaarvanAkte.eu, een initiatief van Stichting Limburgse Oorkonden
Gemaakt door Hive Collective