Korte samenvatting
Dirk van Heeswijk, ridder, verbindt zich ertoe - in naam van het convent van de abdij van Thorn -, op zijn kosten de oorkonde te verkrijgen van de bisschop van Utrecht, waarin de aanstelling en presentatie van de door hem voorgedragen pastoor in de kerk van Avezaath door de abdis van Thorn is geregeld, evenals diens inkomsten. De collatie kwam toe aan de abdis van Thorn. Na het verkrijgen van deze oorkonde zal Dirk van abdis en convent van Thorn de tienden in pacht verwerven en alle andere goederen die de abdij te Avezaath heeft, behalve de goederen die de Sint-Paulusabdij te Utrecht van abt en convent van Thorn hebben. Ook zal ridder Otto van Zoelen geen leenhulde aan Dirk van Heeswijk doen voor de goederen die hij nu tijdelijk van abdis en convent van Thorn houdt. Zolang de zaak niet voltooid is, zal Dirk zich de goederen die aan de kerk van Avezaath toebehoren, niet toe-eigenen zonder instemming van abdis en convent of van de pastoor van Avezaath. En zodra de kerk van Avezaath vacant is, zal Dirk priester Gerard van Avezaath voor de installatie presenteren. Mocht Dirk de oorkonde niet ontvangen van de bisschop van Utrecht binnen een half jaar, dan vervalt elke overeenkomst en belofte tussen hem en abdis en convent van Thorn.
Latijnse tekst van de oorkonde
Nederlandse vertaling
Dirk, ridder van Heeswijk, maakt bekend dat hij er op zijn kosten voor zal zorgen in naam van het convent van Thorn een oorkonde te krijgen van de bisschop van Utrecht onder deze of soortgelijke vorm, namelijk dat er een aanstelling wordt gedaan van het vicariaat van de kerk van Avezaath, waarvan het collatierecht bij de abdis van Thorn berust, en dat diezelfde pastoor volgens zijn voordracht en die van zijn erfgenamen door de abdis en haar opvolgers als patrones van die kerk wordt aangesteld en eeuwig ten behoeve van de zorg van die kerk zal worden gepresenteerd. Deze pastoor zal geschikt zijn, de zielzorg verrichten en er persoonlijk resideren en bedienen in de kerk. Ook zal hij jaarlijks ten minste dertig pond Leuvens ontvangen en verantwoording afleggen over zijn rechten aan het bisdom, de aartsdiaken en de dekens. Wat overblijft van de tienden of in andere goederen van de kerk van Avezaath, zal worden aangewend ter vermeerdering van de prebenden van de kanunniken en kloosterzusters van Thorn omdat hun prebenden gering en ontoereikend zijn. Verder zal Dirk, wanneer hij de oorkonde onder de voornoemde vorm zal hebben verkregen, voor eeuwig van abdis en convent van Thorn de tienden in pacht krijgen en alle andere goederen met hun toebehoren die zij in Avezaath hebben, behalve de goederen die abt en convent van de Sint-Paulusabdij te Utrecht van hen hebben, en eveneens met uitzondering voor heer Otto, ridder, van Zoelen, die hem geen leenhulde zal doen voor de goederen die hij nu tijdelijk houdt van abdis en convent van Thorn. En deze clausule betreffende de leenhulde van Otto moet volgens de wil van de abdis gecorrigeerd of veranderd worden. Dirk zal hen in ieder geval jaarlijks op Kerstmis 37 pond Leuvens geven in de kerk van Thorn op zijn inspanning en kosten en hij zal zijn bode zenden en betalen. Bovendien geeft hij de abdij voor de jaarlijkse betaling van de pacht goede zekerheid en zal de abdij om het even welke straf kunnen kiezen. Abdis en convent moeten hem trouw helpen met hun oorkonde en zegels overal waar dit nodig zou zijn om deze zaak te behartigen, voor elkaar te krijgen en te voltooien zonder kosten. En zolang deze zaak niet voltooid zal zijn, zal Dirk zich de goederen die aan de kerk toebehoren, niet toe-eigenen zonder toestemming van abdis en convent of van de pastoor van de kerk van Avezaath, noch zal hij hen in het geheim of openlijk hinderen. Bovendien zal Dirk, zodra de kerk van Avezaath vacant is, Gerard van Avezaath, priester, presenteren voor de plechtige installatie in deze kerk en hem ter ondersteuning van zijn prebende jaarlijks vijf pond Leuvens toevoegen, zolang Gerard leeft, en hem trouw ondersteunen en verdedigen. Hieraan is nog toegevoegd dat indien Dirk de oorkonde onder de genoemde of gelijkaardige vorm door de bisschop van Utrecht niet zou ontvangen binnen een half jaar vanaf de dag van de bevestiging, dat dan elke overeenkomst en belofte tussen hem en abdis en convent van Thorn zal eindigen en dat zij zonder zijn tegenspraak zullen kunnen doen wat ze willen met hun goederen.
Gedaan op 6 juli 1267.
Nadere toelichting
Lees meerDirk van Heeswijk, ridder, verbindt zich ertoe van de bisschop van Utrecht een oorkonde te verkrijgen inzake de aanstelling van de door hem voorgedragen pastoor in de kerk van Avezaath, waarvan het collatierecht aan de abdis van Thorn toebehoort, en inzake de regeling van diens inkomsten uit de tienden en goederen te Avezaath.
Origineel
A. Maastricht, HCL, toegangsnr. 01.187A, archief Vrije Rijksheerlijkheid Thorn, inv. nr. 39.
Uitgave
a. Ketner, OSU IV, 4-5, nr. 1723, naar A.
Ontstaan
Deze oorkonde is gemundeerd door een scriptor uit de abdij van Thorn, die werkzaam was in de periode 1262 tot en met 1273. Voor de lokalisering van deze scriptor, zie Collectie Thorn, nr. 17.
partners
donateurs