Korte samenvatting
Schepenen van Maastricht oorkonden dat Odilia, dochter van Lambert Scad, begijn, een jaarlijkse cijns van tien schelling Luiks, gevestigd op een huis, gelegen Op de Gracht (te Maastricht), heeft verkocht aan Margareta en Ida, begijnen te Maastricht, bloedverwanten van Jan, priester van (het gasthuis van) Sint-Gillis in Wyck (te Maastricht).
Latijnse tekst van de oorkonde
Daniela et Godefridus Florentii, scabini Traiectenses, tenore presentium cum nostrorum appensione sigillorum protestamur quod interfuimus, vidimus et audivimus tamquam scabini ad hoc specialiter vocati et testes adhibiti ubi Odilia, beghina, quondam filia Lamberti dicti Scad, vendidit Grite et Ide, sororibus, beghinis, consanguineis domini Iohannis, sacerdotis Sancti Egidii in Wic, investiti, decem solidos Leodiensis annui census talibus terminis recipiendosb ad Gerardum de Houerhul de domo sua, sita Super Fossatum, quinque solidos Leodiensis in Nativitate Domini et quinque solidos in festo sancti Petri ad Vincula, de viginti et uno solidoc Leodiensis census quem idem Gerardus dicte Odilie hereditarie solvere solet et de qua domo dicta Odilia solvere solet tres denarios et caponem annuatim Michaeli in Foro Lignorum. Et post censum domini fundi dicte sorores Grita et Ida dictum censum suum recipient. Et hoc facto dicta Odilia dictos decem solidos Leodiensis venditos ad opus dictarum Grite et Ide, sororum, effestucavit, et tantum fecit quod satisfactum fuit per omnia dictis sororibus. Warandiam facere et omnem rationabilem querelam deponere infra annum et diem promisit, et hoc super censum suum residuum recepit et eundem eisdem obligavit.
Actum feria sexta post beati Lamberti, anno Domini Mo CCo septuagesimo primod.
Nederlandse vertaling
Daniel en Godfried, (zoon) van Florens, schepenen van Maastricht, maken onder aanhechting van hun zegels bekend dat zij als schepenen aanwezig waren en hebben gezien en gehoord dat Odilia, begijn, dochter van wijlen Lambert Scad, aan Margareta en Ida, begijnen, bloedverwanten van Jan, priester van Sint-Gillis in Wyck, een jaarlijkse cijns van tien schelling Luiks heeft verkocht, waarvan vijf schelling op Kerstmis en vijf op één augustus te ontvangen van Gerard van Hoverhul uit diens huis, gelegen Op de Gracht, van een cijns van 21 schelling Luiks die Gerard gewoon is erfelijk te betalen aan Odilia en uit welk huis Odilia jaarlijks drie penning en één kapoen betaalt aan Michael op de Houtmarkt. Margareta en Ida zullen hun cijns ontvangen na de cijns van de grondheer. Hierna heeft Odilia ten behoeve van Margareta en Ida afstand gedaan van de verkochte tien schelling Luiks en zoveel gedaan dat in alle opzichten aan hen is voldaan. Odilia heeft ook beloofd vrijwaring te verstrekken en elke redelijke klacht binnen jaar en dag af te doen, en zij heeft dit op de rest van haar cijns genomen en deze als onderpand gesteld.
Gedaan op 18 september 1271.
Nadere toelichting
Lees meerSchepenen van Maastricht oorkonden dat Odilia, dochter van Lambert Scad, begijn, een jaarlijkse cijns van tien schelling Luiks, gevestigd op een huis, gelegen Op de Gracht (te Maastricht), heeft verkocht aan Margareta en Ida, begijnen te Maastricht, bloedverwanten van Jan, priester van (het gasthuis van) Sint-Gillis in Wyck (te Maastricht).
Origineel
A. Maastricht, HCL, toegangsnr. 14.B002A, archief kapittel van Sint-Servaas te Maastricht, 1062-1797, inv. nr. 452. Met een getransfigeerde oorkonde d.d. 1276 juni 24.
Aantekeningen op de achterzijde: 1o door 13e-eeuwse hand: Ida de Wigarberge. – 2o door 13e-eeuwse hand: De X solidis supra Fossatum. – 3o door 16e-eeuwse hand: 307 / z 23 / 1296.
Bezegeling: twee uithangend bevestigde zegels, die aangekondigd zijn, namelijk: S1 tweede zegel van Daniel supra Forum, schepen van Maastricht, van bruine was, beschadigd. – S2 los bijliggend, tweede zegel van Godfried, zoon van Florens, schepen van Maastricht, van bruine was, beschadigd. Voor een beschrijving en afbeelding van S1 en S2, zie Venner, ‘Maastrichtse schepenzegels’, 171, afb. 14, en Idem, ‘Maastrichtse schepenzegels’, afb. 19.
Afschrift
Niet voorhanden.
Uitgave
a. Nève, De dertiende-eeuwse schepenoorkonden, 43-44 (met onvolledige vertaling), nr. 1271.09.18, naar A.
Regesten
Doppler, ‘Schepenbrieven’, 22, nr. 4. – Haas, Chronologische lijst, 64-65, nr. 158.
Ontstaan en samenhang
Onderhavige oorkonde is geschreven door een scriptor die schepenoorkonden van Maastricht mundeert en kan worden gelokaliseerd in het milieu van de schepenbank van Maastricht, zie Collectie Sint-Servaas, nr. 31 onder Ontstaan. Voor het transfix d.d. 1276 juni 24, zie Collectie Sint-Servaaskapittel, nr. 44.
Tekstuitgave
Het onderscheid tussen c en t is moeilijk zichtbaar.
partners
donateurs



.avif)





