Korte samenvatting
Schepenen van Maastricht oorkonden dat Jan, zoon van wijlen hun medeschepen Boudewijn de Molendino, de helft van een huis tegenover de Sint-Amorkapel (te Maastricht) heeft verkocht aan Jan, monnik van de abdij van Val-Dieu (te Aubel), ten behoeve van abt en convent.
Latijnse tekst van de oorkonde
Universisa presentes litteras inspecturis Baldewinus Caseus, Gerard[us] Goismari et I[oh]annes de Mulinghen, scabini Traiectenses, salutem et sc[ir]e veritatem.
Nov[er]int uni[ver]si et singuli quod inter[fui]m[us] tamquam scabini et [speci]aliter [ad h]oc vocati vidimus et audivimus ubi cor[a]m no[b]is [per]sonaliter constitutus Iohannes, f[iliu]s quondam [Balde]wini de Molendino, nostri co[ns]cabini, iuri [here]ditario vendidit fratri I[o]hanni, monacho Valli[s] Dei, habenti spe[c]iale [m]andatum [abbatis e]t conventus, m[e]dietat[e]m dom[u]s cum omnibus [sui]s attinentiis que guerat [I]de ***]b, f[i]li[a] Henriscic de Molend[in]o, de [qua] do[m]o reliqua medietas attinet d***] b[***]b, que [***]do[***] ex opos[ito capel]le sancti [A]mor[is, *** dim[i]diet[atem] [***]ns [***] vestror[um? ***] Iohann[***]nvent [***], et ta[ntum fece]runt quod per om[n]ia s[a]t[isfac]tum fuerat dicto Iohann[o et] dicto conventu t[empor]e [e]ff[es]tucat[io]nis. Et insuper dicta Ida [s]i aliquod i[us] in [medietatem] dicte domus haberet vel in post[er]um habere dinosceretur, si quod fuerit, ex quacumque fuerit [***]us similiter ad opus dicti [fratr]is Iohannis necnon eius conventus werpivit [***] e[***]. Warandiam enim prestare et [omn]es iustas [que]relas deponere infra annum et di[em] [d]ictus Iohannes de Molendino predicto [fratri] Iohanni et eius conventu promisit. Adiectam est etiam quod si ita contingeret quod dicta m[e]dietas domus infra annum et d[i]em a manibus d[icti] fratris Ioh[a]nnis vel a suo conventu [e]vinceretur, quod wulgaliter dicitur bescodden, quod extunc prefatus Iohanne[s] de Molendin[o] eidem fratri Iohanni vel suo conventu tantos denarios per t[an]ti tempor[i]s] [s]pacium concedere tenebitur quantos pro venditione medietate dicte domus dinoscitur recepisse.
In cuius rei et facti testimonium presentibus litteris sigilla nostra apposuimus.
Actum i[n] vigilia beati Mathie apostol[i], anno Domini Mo CCo LXXo tercio.
Nederlandse vertaling
Boudewijn Caseus, Gerard, (zoon) van Gosmar, en Jan van Mulinghen, schepenen van Maastricht, maken bekend dat zij als schepenen aanwezig waren en hebben gezien en gehoord dat Jan, zoon van wijlen Boudewijn de Molendino (van de Molen), hun medeschepen, de helft van een huis met alle aanhorigheden erfrechtelijk heeft verkocht aan Jan, monnik van Val-Dieu, die speciale volmacht had van abt en convent van Val-Dieu. Dit deel heeft Ida, dochter van Hendrik de Molendino (van de Molen), in pand, de andere helft behoort toe aan B[asilea***] en is gelegen tegenover de Sint-Amorkapel, [***] en zij hebben zoveel gedaan dat in alle opzichten aan Jan en het convent is voldaan. Bovendien zal Ida afstand doen ten behoeve van Jan en het convent, indien zij nu of in de toekomst enig recht heeft in de helft van dit huis. Jan, zoon van Boudewijn de Molendino (van de Molen), heeft beloofd vrijwaring te verstrekken aan Jan en het convent van Val-Dieu en hij zal alle rechtmatige klachten binnen jaar en dag afdoen. Ook is toegevoegd dat, indien de helft van het huis binnen jaar en dag uit handen van broeder Jan of zijn convent zou worden uitgewonnen, wat in de volkstaal bescodden wordt genoemd, dat Jan de Molendino (van de Molen) aan broeder Jan en zijn convent zoveel penningen zal geven als hij gedurende zo’n lange tijdspanne heeft ontvangen voor de verkoop van de helft van het huis.
Boudewijn Caseus, Gerard, (zoon) van Gosmar, en Jan van Mulinghen, schepenen van Maastricht, hebben bezegeld.
Gedaan op 23 februari 1274.
Nadere toelichting
Lees meerSchepenen van Maastricht oorkonden dat Jan, zoon van wijlen hun medeschepen Boudewijn de Molendino, de helft van een huis tegenover de Sint-Amorkapel (te Maastricht) heeft verkocht aan Jan, monnik van de abdij van Val-Dieu (te Aubel), ten behoeve van abt en convent.
Origineel
A. Maastricht, HCL, toegangsnr. 14.B002A, archief kapittel van Sint-Servaas te Maastricht, 1062-1797, inv. nr. 450. Zwaar beschadigd met tekstverlies.
Aantekeningen op de achterzijde: 1o door 14e-eeuwse hand: Littera ad domum de Molendin[o] in Lata Platea. – 2o door 16e-eeuwse hand: 1373 / s 23. – 3o door 18e-eeuwse hand: 293.
Bezegeling: één uithangend bevestigd zegel, dat aangekondigd is, namelijk: S2 eerste zegel van Gerard, zoon van Gosmar (= Gerard de Mayo), schepen van Maastricht, van groene was, beschadigd; en twee bevestigingsplaatsen, vermoedelijk voor de aangekondigde zegels van Boudewijn Caseus, schepen van Maastricht, en Jan van Mulinghen, schepen van Maastricht (LS1 en LS3). Voor een beschrijving en afbeelding van S2, zie Venner, ‘Maastrichtse schepenzegels’, 172-173, afb. 21.
Afschrift
Niet voorhanden.
Uitgave
a. Nève, De dertiende-eeuwse schepenoorkonden, 45-46 (met onvolledige vertaling), nr. 1274.02.23, naar A.
Regesten
Doppler, ‘Schepenbrieven’, 23, nr. 6. – Haas, Chronologische lijst, 68-69, nr. 172. –Nuyens, Inventaris Sint-Servaas, 101, nr. 450.
Datering
Het gebruik van de paasstijl in het bisdom Luik is verondersteld, zie Camps, ONB I, XXI, en Dillo en Van Synghel, ONB II, XVII.
Ontstaan
Onderhavige oorkonde voor de abdij van Val-Dieu te Aubel is geschreven door een scriptor die schepenoorkonden van Maastricht mundeert voor de abdij van Val-Dieu d.d. 1276 juni 24 (zie Collectie Sint-Servaaskapittel, nrs. 43 en 44), voor een priester te Maastricht d.d. 1278 juli 9 (zie Collectie Sint-Servaaskapittel, nr. 45), voor het Sint-Servaaskapittel te Maastricht d.d. 1285 oktober 6 (zie Collectie Sint-Servaaskapittel, nr. 56), voor een particulier d.d. 1287 juni 25 (zie Collectie Sint-Servaaskapittel, nr. 58), voor een begijn te Maastricht d.d. 1288 april 24 (zie Collectie Sint-Servaaskapittel, nr. 59), alsmede een oorkonde van rechter en schepenen van de hof van Lenculen voor een particulier d.d. 1291 maart 17 (zie Collectie Sint-Servaaskapittel, nr. 69). Bijgevolg kan deze scriptor worden gelokaliseerd in het milieu van de schepenbank van Maastricht.
Tekstuitgave
De lacunes in A kunnen niet worden aangevuld naar een afschrift. Blijkens Doppler behoorde de andere helft van het verkochte huis toe aan Basilea.
partners
donateurs



.avif)





