Korte samenvatting
Rooms-koning Rudolf I geeft uitleg over de schenkingsakte van de Maasbrug door rooms-koning Koenraad III en verklaart dat het kapittel voor het onderhoud van de brug tot geen hogere uitgaven is verplicht dan die ter hoogte van de inkomsten van de brug.
Latijnse tekst van de oorkonde
Rvdolfusa, Dei gracia Romanorum rex semper augustus, universis sacri Romani imperii fidelibus gratiam suam et omne bonum.
Significantibus nobis honorabilibus viris dilectis capellanis nostris, .. decano et capitulo Sancti Seruacii Traiectensis, accepimus quod inter alia bona que nostri predecessores divi Romani imperatores et reges dicte ecclesie liberaliter contulerunt, quidam Conradus secundusb, rex inclitus, predecessor noster, pontem qui supra Mosam est cum omni usu et utilitate qui vel que omnibus temporibus successivis provenire poterunt vel provenient et cum quibusdam condicionibus aliis, sicut in privilegio super hoc confecto plenius continetur, eidem ecclesie contulit et donavit, quarum condicionum una est quod quocienscumque necesse fuerit, prelibatus pons de fructu et utilitate ipsius pontis refici debeat; residuum vero cedere in usus refectorii .. prepositi et fratrum ecclesie antedicte. Sed sicut asserunt .. decanus et canonici predicti pons predictus ab inicio fuit integer atque firmus, refectione indigens modica, videlicet solummodo coopertura, unde prenominati .. decanus et capitulum structura solebant modicum onerari, aliter enim ad usum refectorii predicti parum aut nichil utilitatis vel commodi excrevisset. Verum cum ex aquarum inundacione et glaciei impetu pons predictus destructus sit adeo et collapsus, ut non solum in parte immo quasi in toto refici indigeat, quidam per voluntarium motum suum dictos .. decanum et capitulum ad tam indebitas et intollerabiles expensas ut dictum pontem in parte et in toto reficiant, maxime cum redditus ad hoc, ut dictum est, specialiter deputati minime sufficiant, contra iusticiam nituntur cogere. Quare memorati .. decanus et capitulum nobis humiliter supplicaruntc nostram regalem clemenciam inplorantes quatinus ipsos ab huiusmodi iniustis impeticionibus eximentes et defendentes privilegium antedictum pontis, ipsum privilegium interpretari per consideracionem regiam pie necnon misericorditer dignaremur. Nos itaque solita clemencia attendentes, videlicet quod predicta ecclesia Sancti Seruacii specialis capella nostra a divis Romanis impera[t]oribus et regibus nostris predecessoribus est fundata pariter et dotata, eam pre ceteris tenemur defendere ab iniuriis et regere toto nisu, pensantes eciam ut quod ipsi ecclesie in favorem specialis gratie est indultum, in dampnum eius non debeat redundare. Advertentes nichilominus quod ad structuram sepedicti pontis redditus speciales, videlicet fructus et utilitates pontis, et non alii redditus sunt ecclesie deputati, dicimus et ipsum privilegium pontis ab antecessore nostro predicto conditum interpretando, declarando et diffiniendo pronunciamus et decernimus auctoritate regia quod predicti .. decanus et capitulum ad maiores impensas vel expensas quam ad redditus quos de ponte recipiunt quantum ad refectionem eiusdem pontis non tenentur et ulterius a nemine requirendi sunt super eo aliquatenus vel cogendi.
In cuius rei testimonium presentes litteras nostre maiestatis sigillo iussimus communiri.
Datum apud Hagenowe, anno Domini Mo CoCo septuagesimo IIIIo, XV kalendas octobris, indictione secunda, regni nostri anno primod.
Nederlandse vertaling
Rooms-koning Rudolf maakt bekend dat hij van zijn kapelanen, deken en kapittel van Sint-Servaas te Maastricht, heeft vernomen dat tussen de andere goederen die zijn voorgangers vrijelijk hebben geschonken, de brug over de Maas door zijn voorganger Koenraad IIb aan hen is geschonken, met alle gebruik en profijt dat daaruit is voortgekomen en zal voortkomen, en onder zekere andere voorwaarden, zoals in het daarover opgemaakte privilege is vervat. Eén van deze voorwaarden is dat de brug moet worden onderhouden uit de opbrengst en het profijt van de brug zelf telkens als het nodig is; het restant moet strekken tot gebruik van de refter van de proost en de broeders van de Sint-Servaaskerk. Maar zoals deken en kanunniken Rudolf hebben verzekerd, was de brug vanaf het begin gaaf en sterk en had deze weinig onderhoud nodig, enkel het wegdek. Bijgevolg plachten deken en kapittel de bouwwerkzaamheden matig te belasten, anders zou er weinig tot geen voordeel of nut meer overblijven voor de refter. Aangezien de brug echter door overstroming en ijsaanval zozeer is verwoest en ingestort dat zij niet alleen gedeeltelijk, maar als het ware in haar geheel hersteld moet worden, trachten sommigen tegen het recht in deken en kapittel te dwingen om vrijwillig dergelijke onverschuldigde en ondraaglijke uitgaven te doen om de brug gedeeltelijk en in haar geheel te herstellen, ofschoon juist de speciaal hiertoe bestemde inkomsten volstrekt onvoldoende zijn. Daarom hebben deken en kapittel Rudolf gesmeekt hen van dergelijke onrechtvaardige eisen te bevrijden en, het bovengenoemde privilege van de brug verdedigend, dat privilege zowel naar plicht en geweten als op barmhartige wijze uit te leggen. Rudolf is, omdat de Sint-Servaaskerk een speciale kapel is die door zijn voorgangers is gesticht en op gelijke wijze begiftigd, gehouden om haar meer dan de overige kerken te verdedigen tegen onrecht en met al zijn kracht te leiden, hierbij in overweging nemend dat hetgeen ten voordele aan hen is toegestaan, niet tot schade moet leiden. Desalniettemin spreekt Rudolf uit en besluit, opmerkend dat voor de bouwwerkzaamheden aan de brug speciale inkomsten, namelijk de opbrengsten en de profijten van de brug, en geen andere opbrengsten aan de kerk zijn toegewezen, en door het door zijn voorganger opgestelde privilege van de brug uit te leggen, te verklaren en te omschrijven, dat deken en kapittel voor het herstel van de brug niet gehouden zijn tot hogere kosten en uitgaven dan de inkomsten die zij uit de brug ontvangen, en dat zij daarover door niemand mogen worden uitgedaagd of op enigerlei wijze gedwongen.
Rudolf heeft bezegeld.
Gegeven te Haguenau, op 17 september 1274.
Nadere toelichting
Lees meerRooms-koning Rudolf I geeft uitleg over de schenkingsakte van de Maasbrug door rooms-koning Koenraad III en verklaart dat het kapittel voor het onderhoud van de brug tot geen hogere uitgaven is verplicht dan die ter hoogte van de inkomsten van de brug.
Origineel
A. Maastricht, HCL, toegangsnr. 14.B002A, archief kapittel van Sint-Servaas te Maastricht, 1062-1797, inv. nr. 437. Licht beschadigd. Gelinieerd.
Aantekeningen op de achterzijde: 1o door 13e-eeuwse hand: Interpretatio privilegii pontis regis Rudolfi. – 2o door 17e-eeuwse hand: [***] quartam reparationem capitulum teneatur. – 3o door 17e-eeuwse hand: 27, Interpretatio donationis pontis Rudolphi, imperatoris, et declaratio ad quantam reparationem capitulum teneatur.
Bezegeling: één uithangend bevestigd zegel, dat aangekondigd is, namelijk: S1 van rooms-koning Rudolf I, beschadigd, van witte was. Voor een beschrijving van S1, zie Venner, ‘Zegels’, nr. 50.
Afschriften
B. 1640, Maastricht, HCL, toegangsnr. 14.B002A, archief kapittel Sint-Servaas te Maastricht, 1062-1797, inv. nr. 1741 (cartularium) = Liber sive regestum originis ecclesiae Sancti Servatii Traiec[tensis] illiusque privilegiorum, donationum ac iurium ex originalibus et libro chartarum manu Ioannis Choris, receptoris capituli, descriptorum, p. 84-85, onder de rubriek: Rudolphus declarat ecclesiam non teneri ad maiores pontis Mose reparationes quam ascendant reditus pontis, naar A. – [C]. niet voorhanden, maar bekend uit D, cartularium van het Sint-Servaaskapittel te Maastricht = Liber A, fol. 3. – D. vóór 1768, Ibidem, toegangsnr. 22.001A, Handschriftencollectie (voormalig) Gemeentearchief Maastricht, 14de-20ste eeuw, inv. nr. 199a (cartularium) = Diplomata Trajectensia de anno 800 ad 1664, p. 403-404, onder de rubriek: 1274, Rudolphus, Romanorum imperator, declarat ecclesiam Sancti Servatii non teneri ad pontis Mose reparationem ultra reditus illius pontis, 15 kalendas octobris, 1274, gewaarmerkt afschrift door G.J. Lenarts, stadssecretaris van Maastricht, naar A.
Uitgaven
a. Willemsen, ‘Inventaire’, 175-176, nr. 12, naar A. – b. Winkelmann, Acta imperii II, 81-82, nr. 93, indirect naar een afschrift in een cartularium van het Sint-Servaaskapittel te Maastricht (berustend te Parijs, Bibliothèque Nationale, Fonds Latin).
Regesten
Verkooren, Inventaire des chartes et cartulaires, 138. – Doppler, ‘Verzameling [800-1273]’, 251-252, nr. 199. – Haas, Chronologische lijst, 69, nr. 174. –Nuyens, Inventaris Sint-Servaas, 100, nr. 437.
Samenhang
Voor de schenking van de Maasbrug door rooms-koning Koenraad III d.d. 1139 juni 22 en de bevestiging daarvan door paus Innocentius II d.d. 1139 december 18, zie Collectie Sint-Servaas, nrs. 5 en 6. Voor de aflaatverlening door vier aartsbisschoppen en vijftien bisschoppen ten behoeve van de bouw van de Maasbrug d.d. 1284 januari 29 en de goedkeuring door Jan IV (van Vlaanderen), bisschop van Luik, d.d. 1287 mei 8, zie Collectie Sint-Servaaskapittel, nrs. 51 en 57.
partners
donateurs



.avif)





