Nummer 39

1274 september 17
type
Economisch
Deel deze oorkonde

Korte samenvatting

Rooms-koning Rudolf I geeft uitleg over de schenkingsakte van de Maasbrug door rooms-koning Koenraad III en verklaart dat het kapittel voor het onderhoud van de brug tot geen hogere uitgaven is verplicht dan die ter hoogte van de inkomsten van de brug.

Latijnse tekst van de oorkonde

Rvdolfusa, Dei gracia Romanorum rex semper augustus, universis sacri Romani imperii fidelibus gratiam suam et omne bonum.

Significantibus nobis honorabilibus viris dilectis capellanis nostris, .. decano et capitulo Sancti Seruacii Traiectensis, accepimus quod inter alia bona que nostri predecessores divi Romani imperatores et reges dicte ecclesie liberaliter contulerunt, quidam Conradus secundusb, rex inclitus, predecessor noster, pontem qui supra Mosam est cum omni usu et utilitate qui vel que omnibus temporibus successivis provenire poterunt vel provenient et cum quibusdam condicionibus aliis, sicut in privilegio super hoc confecto plenius continetur, eidem ecclesie contulit et donavit, quarum condicionum una est quod quocienscumque necesse fuerit, prelibatus pons de fructu et utilitate ipsius pontis refici debeat; residuum vero cedere in usus refectorii .. prepositi et fratrum ecclesie antedicte. Sed sicut asserunt .. decanus et canonici predicti pons predictus ab inicio fuit integer atque firmus, refectione indigens modica, videlicet solummodo coopertura, unde prenominati .. decanus et capitulum structura solebant modicum onerari, aliter enim ad usum refectorii predicti parum aut nichil utilitatis vel commodi excrevisset. Verum cum ex aquarum inundacione et glaciei impetu pons predictus destructus sit adeo et collapsus, ut non solum in parte immo quasi in toto refici indigeat, quidam per voluntarium motum suum dictos .. decanum et capitulum ad tam indebitas et intollerabiles expensas ut dictum pontem in parte et in toto reficiant, maxime cum redditus ad hoc, ut dictum est, specialiter deputati minime sufficiant, contra iusticiam nituntur cogere. Quare memorati .. decanus et capitulum nobis humiliter supplicaruntc nostram regalem clemenciam inplorantes quatinus ipsos ab huiusmodi iniustis impeticionibus eximentes et defendentes privilegium antedictum pontis, ipsum privilegium interpretari per consideracionem regiam pie necnon misericorditer dignaremur. Nos itaque solita clemencia attendentes, videlicet quod predicta ecclesia Sancti Seruacii specialis capella nostra a divis Romanis impera[t]oribus et regibus nostris predecessoribus est fundata pariter et dotata, eam pre ceteris tenemur defendere ab iniuriis et regere toto nisu, pensantes eciam ut quod ipsi ecclesie in favorem specialis gratie est indultum, in dampnum eius non debeat redundare. Advertentes nichilominus quod ad structuram sepedicti pontis redditus speciales, videlicet fructus et utilitates pontis, et non alii redditus sunt ecclesie deputati, dicimus et ipsum privilegium pontis ab antecessore nostro predicto conditum interpretando, declarando et diffiniendo pronunciamus et decernimus auctoritate regia quod predicti .. decanus et capitulum ad maiores impensas vel expensas quam ad redditus quos de ponte recipiunt quantum ad refectionem eiusdem pontis non tenentur et ulterius a nemine requirendi sunt super eo aliquatenus vel cogendi.

In cuius rei testimonium presentes litteras nostre maiestatis sigillo iussimus communiri.

Datum apud Hagenowe, anno Domini Mo CoCo septuagesimo IIIIo, XV kalendas octobris, indictione secunda, regni nostri anno primod.

Nederlandse vertaling

Rooms-koning Rudolf maakt bekend dat hij van zijn kapelanen, deken en kapittel van Sint-Servaas te Maastricht, heeft vernomen dat tussen de andere goederen die zijn voorgangers vrijelijk hebben geschonken, de brug over de Maas door zijn voorganger Koenraad IIb aan hen is geschonken, met alle gebruik en profijt dat daaruit is voortgekomen en zal voortkomen, en onder zekere andere voorwaarden, zoals in het daarover opgemaakte privilege is vervat. Eén van deze voorwaarden is dat de brug moet worden onderhouden uit de opbrengst en het profijt van de brug zelf telkens als het nodig is; het restant moet strekken tot gebruik van de refter van de proost en de broeders van de Sint-Servaaskerk. Maar zoals deken en kanunniken Rudolf hebben verzekerd, was de brug vanaf het begin gaaf en sterk en had deze weinig onderhoud nodig, enkel het wegdek. Bijgevolg plachten deken en kapittel de bouwwerkzaamheden matig te belasten, anders zou er weinig tot geen voordeel of nut meer overblijven voor de refter. Aangezien de brug echter door overstroming en ijsaanval zozeer is verwoest en ingestort dat zij niet alleen gedeeltelijk, maar als het ware in haar geheel hersteld moet worden, trachten sommigen tegen het recht in deken en kapittel te dwingen om vrijwillig dergelijke onverschuldigde en ondraaglijke uitgaven te doen om de brug gedeeltelijk en in haar geheel te herstellen, ofschoon juist de speciaal hiertoe bestemde inkomsten volstrekt onvoldoende zijn. Daarom hebben deken en kapittel Rudolf gesmeekt hen van dergelijke onrechtvaardige eisen te bevrijden en, het bovengenoemde privilege van de brug verdedigend, dat privilege zowel naar plicht en geweten als op barmhartige wijze uit te leggen. Rudolf is, omdat de Sint-Servaaskerk een speciale kapel is die door zijn voorgangers is gesticht en op gelijke wijze begiftigd, gehouden om haar meer dan de overige kerken te verdedigen tegen onrecht en met al zijn kracht te leiden, hierbij in overweging nemend dat hetgeen ten voordele aan hen is toegestaan, niet tot schade moet leiden. Desalniettemin spreekt Rudolf uit en besluit, opmerkend dat voor de bouwwerkzaamheden aan de brug speciale inkomsten, namelijk de opbrengsten en de profijten van de brug, en geen andere opbrengsten aan de kerk zijn toegewezen, en door het door zijn voorganger opgestelde privilege van de brug uit te leggen, te verklaren en te omschrijven, dat deken en kapittel voor het herstel van de brug niet gehouden zijn tot hogere kosten en uitgaven dan de inkomsten die zij uit de brug ontvangen, en dat zij daarover door niemand mogen worden uitgedaagd of op enigerlei wijze gedwongen.

Rudolf heeft bezegeld.

Gegeven te Haguenau, op 17 september 1274.

Genoemde personen
Koenraad III, rooms-koning, echtgenoot van Geertrui
Sint-Servaaskapittel te Maastricht
deken en kapittel van Sint-Servaas te Maastricht
Rudolf I, rooms-koning
Genoemde locaties
Haguenau
de Maas
Maastricht
Maasbrug
Uitgave
Geertrui Van Synghel
Onderstaande tekst zal niet worden vertaald bij het kiezen van een andere taal
Deel deze oorkonde

partners

donateurs

familie Beijer
© 2025 WaarvanAkte.eu, een initiatief van Stichting Limburgse Oorkonden
Gemaakt door Hive Collective