Korte samenvatting
Abt Cuno en het convent van Kloosterrade erkennen dat zij de nader opgesomde goederen te Ahrweiler van abt en convent van Prüm houden tegen de jaarlijkse levering aan die abdij van een altaardoek en verlenen die abdij het recht van voorkoop bij de eventuele verkoop van die goederen.
Latijnse tekst van de oorkonde
Nos Cono Dei providentia abbas totusque conventus monasterii Rodensis ordinis beati Augustini, Leodiensis dyocesis universis presentes litteras audituris et visuris notum facimus tenore presentium protestando quod bona nostra sita apud Arwilre sub iurisdictione viri venerabilis domini . . abbatis Prvmiensis Treuerensis dyocesis ─ videlicet curtim nostram in Arwilre sitam, item ibidem tres vineas continentes quinque iurnales sitas supra ripam, item vineam que dicitur Pelzwerch continentem dimidium iurnalem, item vineam que sita est Eyterberg, que continet quartale cum dimidio, item vineam que dicitur Plenzere, que continet dimidium iurnalem, item vineam que dicitur Kyssil, que continet quartale cum dimidio, item vineam sitam retro Wilre que continet dimidium iurnale, item vineam que dicitur Sneylhart, que continet quartale cum dimidio, item ex ista parte Albi Lapidis in duobus locis tres iurnales terre arabilis, item quedam hereditas sita super Stromberg que continet quadraginta iurnales vel circa terre culte et non culte, item inter Lanstershouen et vineas, que dicuntur Růmershecken, quedam petia terre arabilis que continet iurnalem unum, item due partes vinearum sitas in Alfenroth et supra ripam continentes tria quartalia, item ratione silve habemus partem de eo quod dicitur vorstkorn; item sunt quidam tenentes hereditates diversas solventes census singulis annis circa duodecim solidos monete Coloniensis, item duo prata tenentia circa tres iurnales, iacentia in Winsbach ─ recognoscimus habere et possidere sub annuo censu, videlicet pro uno corporali a viris venerabilibus et honestis . . abbate et conventu Prvmiensis monasterii tanquam nostra allodia, hoc excepto quod unum corporale quolibet anno in festo beati Martini hyemalis assignabimus et presentari faciemus in ecclesiam Prvmiensem. Sane quod absit si ratione nostre paupertatis contingeret predictam hereditatem vendere vel alienare, tunc tenebimur predictis . . abbati et conventui litteratorie per legalem nuntium demandare et exhibere predicta bona apud Prvmiam in conventu esse venalia; super quibus bonis emendis vel non, habebunt predicti . . abbas et conventus tempus deliberandi octo septimanarum post denunciationem ipsis a nobis factam, infra quas finale tenentur dare responsum, utrum eorum sit voluntatis predicta bona emere et comparare, an non. Si emere recusaverint et contradixerint, extunc nos de predictis bonis sine omni offensa dictorum dominorum, nostram vendendo et alienando, prout nobis videbitur, expedire faciemus per omnia voluntatem. Item conditionatum est, si nos particulariter et divisim aliquas particulas predictorum bonorum vendere contingeret et alienare, tunc emptor de valore hereditatis decem marcarum tenebitur unum denarium Coloniensis in die beati Martini pro solutione census annuatim abbati et conventui Prvmiensi. Verum si nos predicta bona totaliter venderemus et alienare contingeret, tunc ad nullam exactionem vel ius tenebimur, nisi quod emptor singulis annis tenebitur ad presentationem et dationem unius corporalis, prout superius est expressum, omni dolo et fraude penitus exclusis.
Et ut suprascripta omnia rata et firma inter nos permaneant in posterum, presentes litteras sigillis nostri abbatis et conventus duximus sigillandas. Et nos Henricus Dei gratia abbas et conventus monasterii Prvmiensis predicti recognitionem predictam et omnia premissa grata et rata habentes, sigilla nostra presentibus litteris apposuimus in testimonium et observantiam omnium premissorum.
Datum anno Domini Mo trecentesimo, in octavis Pentecostes.
Nederlandse vertaling
Abt Cuno en het convent van de abdij Kloosterrade maken bekend dat zij volgende goederen hebben te Ahrweiler, onder de jurisdictie van de abt van Prüm, in het bisdom Trier: de hof te Ahrweiler, drie wijngaarden van vijf morgen aldaar aan de oever, een wijngaard van een halve morgen, Pelzwerch genaamd, een wijngaard van een kwart en een halve (morgen) te Eyterberg, een wijngaard van een halve morgen, Plenzere genaamd, een wijngaard van een kwart en een halve (morgen), Kyssil genaamd, een wijngaard van een halve morgen, gelegen achter Wilre, een wijngaard van een kwart en een halve (morgen), Sneylhart genaamd, uit dat deel van de Witte Steen op twee plaatsen drie morgen akkerland, een erfgoed van ongeveer veertig morgen, gelegen boven Stromberg, bebouwd en onbebouwd, een stuk akkerland van een morgen tussen Lanstershofen en wijngaarden, Růmershecken genaamd, twee delen van wijngaarden te Alfenroth en boven de oever, die drie kwartdelen omvatten. Verder bezitten zij krachtens een bos het deel dat vorstkorn wordt genoemd; ook zijn er personen die verschillende erfgoederen houden, waarvoor zij een jaarlijkse cijns van ongeveer twaalf schelling Keuls betalen, en voorts twee weiden van ongeveer drie morgen te Winsbach. Abt en convent van Kloosterrade erkennen dat zij deze goederen hebben en bezitten als allodiale goederen tegen een jaarlijkse cijns, namelijk voor één altaardoek, aan de abt en het convent van Prüm, behalve dat zij één altaardoek ieder jaar op 11 november moeten geven en laten overhandigen in de kerk van Prüm. Als het vanwege hun slechte financiële omstandigheden nodig zou zijn genoemde erfgoederen te verkopen of te vervreemden, dan zullen zij gehouden zijn om aan abt en convent van Prüm schriftelijk door een officiële bode bericht te geven en duidelijk te maken in het klooster te Prüm dat de voornoemde goederen te koop zijn. Vervolgens zullen abt en convent van Prüm na de aankondiging acht weken hebben om te beraadslagen over een eventuele aankoop, waarbinnen zij uiteindelijk gehouden zijn het antwoord te geven of zij die goederen willen kopen en verwerven, of niet. Als zij weigeren te kopen en afzeggen, dan kunnen abt en convent van Kloosterrade de genoemde goederen geheel en al naar hun eigen wil verkopen en vervreemden zonder dat dit een vergrijp is tegen de abdij van Prüm. Ook is als voorwaarde gesteld dat de koper van dat goed gehouden is om jaarlijks van iedere tien mark van de waarde op 11 november één penning Keuls te geven aan abt en convent van Prüm als betaling van de cijns, indien de abdij Kloosterrade apart delen van deze goederen zou verkopen en vervreemden. Maar als de abdij Kloosterrade deze goederen als geheel zou verkopen en vervreemden, dan zal zij tot niets anders verplicht zijn, behalve dat de koper elk jaar gehouden is tot het brengen en geven van één altaardoek, zoals hiervoor beschreven.
Abt Cuno en het convent van Kloosterrade alsmede Hendrik, abt, en het convent van Prüm hebben bezegeld.
Gegeven op 5 juni 1300.
Nadere toelichting
Lees meerAbt Cuno en het convent van Kloosterrade erkennen dat zij de nader opgesomde goederen te Ahrweiler van abt en convent van Prüm houden tegen de jaarlijkse levering aan die abdij van een altaardoek en verlenen die abdij het recht van voorkoop bij de eventuele verkoop van die goederen.
Originelen
A1. Maastricht, HCL, toegangsnr. 14.D004, archief abdij Kloosterrade, inv. nr. 847.
A2. Koblenz, Landeshauptarchiv, archief abdij Prüm (= Abteilung 18), oorkonden, nr. 55.
Uitgave
a. Polak en Dijkhof, Oorkondenboek Kloosterrade, 270-272, nr. 144, naar A1.
Teksteditie
Het onderscheid tussen c en t in A1 is niet altijd duidelijk.
partners
donateurs