Korte samenvatting
Schepenen van Maastricht oorkonden dat Jan de Molendino en Mathilde, zijn echtgenote, een jaarlijkse cijns van achttien schelling Luiks en een halve kapoen, gevestigd op de scheermolen te Maastricht en afhangend van het Sint-Servaasgasthuis, hebben verkocht aan Garsilius, priester van de Sint-Joris(kapel) te Maastricht.
Latijnse tekst van de oorkonde
Nosa Renerus et Olbertus, scabini Traiectenses, protestamur quod coram nobis constituti Iohannes de Molendino et Mectildis, eius uxor, vendiderunt domino Garsilio, presbitero Sancti Georgii, decem et octo solidos Leodiensis et dimidium caponem annui census ad molendinum quod dicitur scermolen, quod movet ab hospitale Sancti Seruatii, de quo censu idem Iohannes et uxor eius predicta ad opus dicti Garsilii wuerpierunt et effestucaverunt tantumque faciendo quod satisfactum fuit per omnia. Warandiam prestare per annum et diem iustamque querelam deponere promiserunt iuxta modum et consuetudinem ville. Inde est fideiussor Iohannes Suevus, noster conscabinus.
Datum anno Domini Mo CCo LXXo octo, in ocatava Processi et Martinianib.
Nederlandse vertaling
Reinier en Olbert, schepenen van Maastricht, maken bekend dat ten overstaan van hen Jan de Molendino (van de Molen) en Mathilde, zijn echtgenote, een jaarlijkse cijns van achttien schelling Luiks en een halve kapoen, gevestigd op de molen die scheermolen wordt genoemd en afhangt van het Sint-Servaasgasthuis, hebben verkocht aan Garsilius, priester van de Sint-Joris(kapel). Jan en zijn echtgenote hebben ten behoeve van Garsilius afstand gedaan van deze cijns en ze hebben zoveel gedaan dat aan alle eisen is voldaan. Zij hebben beloofd vrijwaring te verstrekken en elke rechtmatige klacht binnen jaar en dag af te doen volgens de wijze en gewoonte van de stad Maastricht. Hiervoor staat Jan Suevus, hun medeschepen, borg.
Gedaan op 9 juli 1278.
Nadere toelichting
Lees meerSchepenen van Maastricht oorkonden dat Jan de Molendino en Mathilde, zijn echtgenote, een jaarlijkse cijns van achttien schelling Luiks en een halve kapoen, gevestigd op de scheermolen te Maastricht en afhangend van het Sint-Servaasgasthuis, hebben verkocht aan Garsilius, priester van de Sint-Joris(kapel) te Maastricht.
Origineel
A. Maastricht, HCL, toegangsnr. 14.B002A, archief kapittel van Sint-Servaas te Maastricht, 1062-1797, inv. nr. 453.
Aantekeningen op de achterzijde: 1o door 15e-eeuwse hand: De XVIII solidis quos dominus Garsilius emerit supra molendinum quod dicitur schermůlen / r 32. – 2o door 16e-eeuwse hand: R 26. – 3o door 16e-eeuwse hand: 1278 / 122.
Bezegeling: twee uithangend bevestigde zegels, die aangekondigd zijn, namelijk: S1 van Reinier van Wyck, schepen van Maastricht, van bruine was, beschadigd. – S2 van Olbert Colsop, schepen van Maastricht, van bruine was, beschadigd. Voor een beschrijving en afbeelding van S1, zie Venner, ‘Maastrichtse schepenzegels’, 174, afb. nr. 35, en 175; en van S2, zie Idem, ‘Zegels klooster Sint-Gerlach’, 162-163.
Afschrift
Niet voorhanden.
Uitgave
a. Nève, De dertiende-eeuwse schepenoorkonden, 53 (met onvolledige vertaling), nr. 1278.07.09), naar A.
Regesten
Doppler, ‘Schepenbrieven’, 24, nr. 7. – Haas, Chronologische lijst, 72, nr. 184. – Nuyens, Inventaris Sint-Servaas, 102, nr. 453.
Ontstaan
Deze oorkonde is geschreven door een scriptor die schepenoorkonden van Maastricht mundeert en kan worden gelokaliseerd in het milieu van de schepenbank van Maastricht, zie Collectie Sint-Servaas, nr. 38 onder Ontstaan.
partners
donateurs



.avif)





