Nummer 51

1284 januari 29
type
Kerkelijk
Deel deze oorkonde

Korte samenvatting

Vier aartsbisschoppen en vijftien bisschoppen verlenen een aflaat van veertig dagen aan allen die bijdragen aan de bouw van een nieuwe stenen brug over de Maas te Maastricht, ter vervanging van de in 1275 ingestorte houten brug.

Latijnse tekst van de oorkonde

Universisa Christi fidelibus ad quos presentes littere pervenerint.

Nos Dei gratia Wilhelmus Chorintiensis, Reynaldus Messionensis, Tellius Bracharensis, Petrus Arborensis, archiepiscopi, Guido Papiensis, Bartholomeus de Turtibero, Henricus Saxenatis, Symeon Balneoregensis, Ascerus Wexionensis, Andreas Asloensis, Bernardus Humantis, Obertus Astensis, Geuehardus Brandeburgensis, Theodericus Seruiensis, Vincentius Portugalensis, Tholomeus Sardanensis, Torfinnus Hamarensis, Bartholomeus Anteradensis et Bartholomeusb Gaietanusc, episcopi, salutem in Domino sempiternam.

Licet is de cuius munere venit ut sibi a suis fidelibus digne ac laudabiliter serviatur, de habundantia pietatis sue, merita supplicum excedens, et vota bene servientibus tamen multa maiora tribuat quam valeant promereri.

Desiderantes itaque Domino populum reddere acceptabilem, fideles Christi ad complacendum Ei quasi quibusdam allectivis muneribus, indulgentiis videlicet et remissionibus invitamus, ut exinde reddantur divine gratie aptiores. Cum igitur pons ligneus super fluvium Mosam Traiecti, Leodiensis dyocesis, consistit diversis provintiarum et regnorum hominibus large lateque circumiacentium transitum dinoscitur administrare oportunum, nec ullo hominum ingenio ullove artis studio ex materia lignea quantumcumque ingenti et robusta seu quacumque subtilitatis cautela ordinata et composita valeat edificari, firmari vel muniri ita ut tantam aquarum inundationem et glacierum impetum possit aliquamdiu firmus et integer sustentare, quod etiam per eventum rei pluries probatum est et compertum, aut enim inibi aquarum inundationes et glacierum impetus dicti pontis sustamenta et ypostases confringunt, aut postibus evulsis et compagibus dissolutis corruere faciunt in toto vel in parte aut si, quod raro accidit, ipse pons multis sumptuosis laboribus et magnopere sustentatur aliquando reservetur a ruina, crebris tamen et inportunis continuisque gravium honerumd transvectionibus conquassatum, adeo in aliquibus suis partibus debilitatur occulte, ut pondera consueta non valeat portare secure. Hinc est quod fluctuosus iste fluvius et materia dicti pontis lignea modico in suo robore duratura multis prebuerunt necessitatem precipitacionis naufragii et navium subversionis cum deperdicione rerum et corporum in magno periculo animarum, de quibus exempli gratia factum quoddam, licet miserabile, libet in medium deducere et veridica narracione enarrare, nec est silentio pretereundum quod propositum proficiet et animum audientis in melius commutet. Accidit itaque anno Domini M° CC° LXXV°, quarto idus iulii, quod cum viri venerabiles decanus et capitulum ecclesie Beate Marie Traiectensis et clerici eiusdem ecclesie chorales ibidem causa devocionis cum suis reliquiis habitu religioso pontem transirent more processionis, pars dicti pontis non longe post dictam processionem quasi avulsa cum hominibus in ipsa receptis horribilem fecit casum, quoniam eadem hora per dicti pontis rupturam sunt suffocati in fluvio supradicto quadringenti homines utriusque sexus vel circiter, nulla facta mentione eorum qui ex ipso fluvio quasi mortui extracti, postea miraculose revixerunt. Evenit eciam, proh dolor, cum dictuse ponsf ob sui defecttumg particulare transire non poterant, quod navigia in ipso transitu motu quodam circumvolucionis aque miserabili et mirabili ad instar venti turbinis involuta ad fundum descenderunt tanquam plumbum in aquis vehementibus cum hominum dampnosa numerositate.

Nos igitur pia moti consideratione predictisque periculis rerum, corporum et animarum obviare cupientes, de Omnipotentis Dei misericordia et beatorum apostolorum Petri et Pauli auctoritate confisi et ea quam Dominus nobis indulsit, omnibus vere penitentibus et confessis qui ad construendum predictum pontem, qui opere lapideo non modico est inceptus, manus porrexerint adiutrices ut pons talis perfici valeat vel consummari, quilibet nostrum XL dies de iniunctis sibi penitentiis, dummodo consensus diocesani ad id accesserit, misericorditer in Domino relaxamus.

In cuius rei testimonium presentes litteras sigillorum nostrorum munimine duximus roborandas.

Datum apud Urbem Veterem, anno Domini millesimo ducentesimo octuagesimo quarto, quarto kalendas februarii, pontificatus domini Martini pape quarti anno tercioh.

Nederlandse vertaling

De aartsbisschoppen Willem van Korinthe, Reinoud van Messina, Tellius van Braga, Petrus van Oristano en de bisschoppen Guido van Pavia, Bartholomeus van Tortiboli, Hendrik van Sarsina, Simeon van Bagnoregio, Acerus van Växjö, Andreas van Oslo, Bernard van Ancona, Otbert van Asti, Gevehard van Brandenburg, Dirk van Servië, Vincent van Porto, Ptolomeus van Sarda, Torfinnus van Hamar, Bartholomeus van Antarado en Bartholomeus van Gaëta willen het volk aanvaardbaar maken voor de Heer en nodigen de gelovigen daarom uit om Hem te behagen met aanlokkelijke geschenken, namelijk met aflaten en kwijtscheldingen, opdat zij daardoor geschikter gemaakt worden door de goddelijke genade. Er ligt nu te Maastricht een houten brug over de Maas die aan verschillende mensen uit wijd en zijd omliggende gebieden en rijken een passende overgang biedt. Maar deze brug kan niet gebouwd, verstevigd en dusdanig worden versterkt door enig menselijk vernuft of inzet van vaardigheid met houten materiaal, hoe enorm en stevig ook of met welke zorgvuldigheid dan ook ontworpen en samengesteld, dat ze enige tijd zo’n grote watervloed en kracht van het ijs sterk en ongedeerd kan weerstaan. Dit is ook in werkelijkheid meermaals aangetoond en gebleken. Want ofwel breken overstromingen en de kracht van het ijs de funderingen en onderstellen van de brug af, ofwel zorgt het uitrukken van posten en verbreken van verbindingen dat de brug volledig of gedeeltelijk instort; ofwel wordt de brug, als men haar in een zeldzaam geval intensief ondersteunt en tegen instorting beschermt door vele kostbare werken, door het ongunstig en onafgebroken vervoer van zware lasten ongemerkt zozeer verzwakt dat ze het gebruikelijk gewicht niet veilig kan dragen. Hierdoor heeft de kolkende rivier en het houten materiaal van de brug, die in kracht beperkt houdbaar is, voor velen het risico van vallen, de schipbreuk en ondergang van schepen met verlies van zaken en lichamen met groot gevaar voor de zielen veroorzaakt. Het is ook goed om bij wijze van voorbeeld een feit, hoe ongelukkig ook, te berde te brengen en een waargebeurd verhaal te vertellen. Er moet niet in stilte worden voorbijgegaan aan iets wat nuttig kan zijn en de geest van de toehoorder kan verbeteren. Op 12 juli 1275 trokken deken en kapittel van de Onze-Lieve-Vrouwekerk te Maastricht en de koorgeestelijken uit devotie in religieuze kleding met hun relieken in processie over de brug. Niet lang na deze processie stortte een deel van de brug in, alsof die was losgeraakt, met de mensen die daar op stonden, terwijl in hetzelfde uur door het breken van deze brug ongeveer vierhonderd mannen en vrouwen in de rivier verdronken, dit nog zonder melding te maken van diegenen die voor dood uit de Maas zijn gehaald en daarna op wonderbaarlijke wijze weer tot leven zijn gekomen. Toen men door het gedeeltelijk verval niet over de brug kon, zijn zelfs helaas schepen bij de overtocht gegrepen door een ellendige en wonderlijke beweging van een draaikolk en als een wervelwind in het krachtige water als lood naar de bodem weggezonken, met groot verlies aan mensenlevens. Aangezien de aartsbisschoppen en bisschoppen bewogen zijn door een vrome overweging en het verlangen hebben de voornoemde gevaren voor zaken, lichamen en zielen tegen te gaan, verlenen zij aan allen die helpen bij het bouwen van de brug, waarmee een niet gering stenen begin is gemaakt, en aan diegenen die werkelijk berouw tonen en hebben gebiecht, een aflaat van veertig dagen op de aan hen opgelegde straf, mits de bisschoppelijke toestemming hiervoor is verleend, zodat de brug kan worden voltooid en versterkt.

De aartsbisschoppen en bisschoppen hebben bezegeld.

Gedaan te Orvieto, op 29 januari 1284.

Genoemde personen
Andreas, bisschop van Oslo
Ascerus, bisschop van Växjö
Bartholomeus, bisschop van Antarado
Bartholomeus, bisschop van Gaëta
Bartholomeus, bisschop van Tortiboli
Bernard, bisschop van Ancona
Dirk, bisschop van Servië
Gevehard, bisschop van Brandenburg
Guido, bisschop van Pavia
Hendrik, bisschop van Sarsina
P. van Hoei
Martinus IV, paus
Otbert, bisschop van Asti
Petrus, aartsbisschop van Oristano
Ptolomeus, bisschop van Sarda
Reinoud, aartsbisschop van Messina
Simeon, bisschop van Bagnoregio
Tellius, aartsbisschop van Braga
Torfinnus, bisschop van Hamar
Vincent, bisschop van Porto
Willem, aartsbisschop van Korinthe
Genoemde locaties
de Maas
Maasbrug
Maastricht
Orvieto
Uitgave
Geertrui Van Synghel
Onderstaande tekst zal niet worden vertaald bij het kiezen van een andere taal
Deel deze oorkonde

partners

donateurs

familie Beijer
© 2025 WaarvanAkte.eu, een initiatief van Stichting Limburgse Oorkonden
Gemaakt door Hive Collective