Korte samenvatting
Schepenen van Maastricht oorkonden dat Arnoud, dienaar van de Sint-Servaaskerk te Maastricht, zijn echtgenote en hun kinderen afstand hebben gedaan van een jaarlijkse cijns van één mark Luiks, gevestigd op zijn woonhuis (te Maastricht), ten behoeve van deken en kapittel van Sint-Servaas.
Latijnse tekst van de oorkonde
Universisa presentes litteras inspecturis Baldewinus Caseus et Iohannes Sueuus, scabini Traiectenses, salutem et scire veritatem.
Noverint universi et singuli quod interfuimus tamquam scabini et specialiter ad hoc vocati vidimus et audivimus ubi coram nobis personaliter constitutus Arnoldus, officiatus ecclesie Sancti Seruacii Traiectensis, uxor sua et eorundem pueri iure hereditario effestucaverunt et sollempniter renunciaverunt unam marcham Leodiensis annui census ad opus decani et capituli ecclesie predicte, accipiendam et habendam semper in anno quolibet in die Omnium Sanctorum in perpetuo super domum quam idem Arnoldus nunc inhabitat, que fuerat olim Wouttuli, eius soceris, sine aliqua requisitione accipienda vel tradenda, immediate post quindecim solidos Leodiensis et quatuor capones census qui solvuntur loco allodii domino fundi eiusdem domus. Et tantum fecerunt quod per omnia satisfactum fuerat tempore effestucationis decano et capitulo predictis. Warandiam enim prestare et omnes iustas querelas deponere infra annum et diem, tantosque denarios concedere pro longitudine tanti temporis quantos pro venditione census superius nominati dinoscitur recepisse, si infra annum et diem eviceretur, quod wulgo dicitur bescodden, idem Arnoldus prefatis decano et capitulo promisit. Et pro hoc faciendum constuitb eisdem in fideiussores nos Baldewinum et Iohannem, scabinos predictos.
Actum in crastino Nativitatis beati Iohannis Baptiste anno Domini M° CC° LXXXmo quintoc.
Nederlandse vertaling
Boudewijn Caseus en Jan Suevus, schepenen van Maastricht, maken bekend dat zij als schepenen aanwezig waren en hebben gezien en gehoord dat Arnoud, dienaar van de Sint-Servaaskerk te Maastricht, zijn echtgenote en hun kinderen erfrechtelijk afstand hebben gedaan en plechtig afgezien van een jaarlijkse cijns van één mark Luiks ten behoeve van deken en kapittel van de Sint-Servaaskerk, elk jaar eeuwig te ontvangen op Allerheiligen uit het huis waar Arnoud nu woont en dat van wijlen Woutulus, zijn schoonvader was, en dit zonder enig gewin te ontvangen of te betalen onmiddellijk na de cijns van vijftien schelling Luiks en vier kapoenen als jaarlijkse cijns voor een allodium aan de grondheer van het huis. En zij hebben zoveel gedaan dat ten tijde van de afstand in alle opzichten aan deken en kapittel is voldaan. Arnoud heeft beloofd vrijwaring te verstrekken aan deken en kapittel en elke rechtmatige klacht binnen jaar en dag af te doen; en indien de cijns binnen jaar en dag zal worden uitgewonnen, wat in de volkstaal bescodden wordt genoemd, zal hij zoveel penningen moeten afstaan aan deken en kapittel over een evenlange tijdspanne als hij voor de verkoop van de cijns onder zich heeft gehouden. En om dit te bewerkstelligen heeft hij de schepenen Jan Suevus en Boudewijn Caseus als borgen aangesteld.
Gedaan op 25 juni 1285.
Nadere toelichting
Lees meerSchepenen van Maastricht oorkonden dat Arnoud, dienaar van de Sint-Servaaskerk te Maastricht, zijn echtgenote en hun kinderen afstand hebben gedaan van een jaarlijkse cijns van één mark Luiks, gevestigd op zijn woonhuis (te Maastricht), ten behoeve van deken en kapittel van Sint-Servaas.
Origineel
A. Maastricht, HCL, toegangsnr. 14.B002A, archief kapittel van Sint-Servaas te Maastricht, 1062-1797, inv. nr. 456.
Aantekeningen op de achterzijde: 1o door 15e-eeuwse hand: De XXti solidis quos Henricus Specht emit ad anniversarium domini Ottonis de Iuliaco, prepositi, 19 / S / III / c 31. – 2o door 16e-eeuwse hand: 1285 / 182.
Bezegeling: twee uithangend bevestigde zegels, die niet aangekondigd zijn, namelijk: S1 van Boudewijn Caseus, schepen van Maastricht, van bruine was, beschadigd. – S2 van Jan Suevus, schepen van Maastricht, van bruine was, beschadigd. Voor een beschrijving en afbeelding van S1 en S2, zie Venner, ‘Maastrichtse schepenzegels’, 170-171, afb. 17, en Idem, ‘Zegels klooster Sint-Gerlach’, 162.
Afschrift
Niet voorhanden.
Uitgave
a. Nève, De dertiende-eeuwse schepenoorkonden, 64-65 (met onvolledige vertaling), nr. 1285.06.25, naar A.
Regesten
Doppler, ‘Schepenbrieven’, 27, nr. 11. – Haas, Chronologische lijst, 80, nr. 209. – Nuyens, Inventaris Sint-Servaas, 102, nr. 456.
Ontstaan
Deze oorkonde is geschreven door een scriptor die schepenoorkonden van Maastricht mundeert en kan worden gelokaliseerd in het milieu van de schepenbank van Maastricht, zie Collectie Sint-Servaas, nr. 50 onder Ontstaan.
Tekstuitgave
Het onderscheid tussen c en t is niet altijd goed zichtbaar.
partners
donateurs



.avif)





