Korte samenvatting
Schepenen van Maastricht oorkonden dat Reinier van Trappis, Ida, zijn echtgenote, en hun kind afstand hebben gedaan van een jaarlijkse cijns van veertig schelling Leuvens en zes kapoenen, gevestigd op het huis waar Gillis Cumene in woont, ten behoeve van de abdij van Val-Dieu (te Aubel).
Latijnse tekst van de oorkonde
Nosa Florentius, Olbertus et Bruno, scabini Traiectenses, protestamur quod Renerus de Trappis, Ida, eius uxor, et puer eorundem quadraginta solidos Louaniensium denariorum cum sex caponibus annui census, recipiendos ad domum in qua Egidius dictus Cůmene moratur, ad opus virorum religiosorum .. domini abbatis et conventus Vallis Dei guerpierunt et effestucarunt in tantum quod satisfactum fuit per omnia. Warandiam facere per annum promiserunt iustamque querelam deponere ut in talibus fieri consuetum est.
Datum feria tercia post Martini hyemalis, anno Domini M° CC° octuagesimo nono.
Nederlandse vertaling
Florens, Olbert en Bruno, schepenen van Maastricht, maken bekend dat Reinier van Trappis, Ida, zijn echtgenote, en hun kind afstand hebben gedaan van een jaarlijkse cijns van veertig schelling Leuvens en zes kapoenen, te ontvangen uit het huis waar Gillis Cumene in woont, ten behoeve van abt en convent van Val-Dieu en er van afgezien zodat aan alle eisen is voldaan. Zij hebben beloofd vrijwaring te verstrekken binnen jaar en dag en een rechtmatige klacht af te doen, zoals in dergelijke gevallen gebruikelijk.
Gegeven op 15 november 1289.
Nadere toelichting
Lees meerSchepenen van Maastricht oorkonden dat Reinier van Trappis, Ida, zijn echtgenote, en hun kind afstand hebben gedaan van een jaarlijkse cijns van veertig schelling Leuvens en zes kapoenen, gevestigd op het huis waar Gillis Cumene in woont, ten behoeve van de abdij van Val-Dieu (te Aubel).
Origineel
A. Maastricht, HCL, toegangsnr. 14.B002A, archief kapittel van Sint-Servaas te Maastricht, 1062-1797, inv. nr. 460.
Aantekeningen op de achterzijde: 1o door 15e-eeuwse hand: De domo bommis / q 23. – 2o door 16e-eeuwse hand: 1289.
Bezegeling: twee uithangend bevestigde zegels, die niet aangekondigd zijn, namelijk: S1 van Florens, (zoon van wijlen Gozewijn Rufus), schepen van Maastricht, van bruine was, beschadigd. – S2 van Olbert Colsop, schepen van Maastricht, van bruine was, beschadigd; en één bevestigingsplaats, vermoedelijk voor het niet aangekondigde zegel van Bruno (supra Domum), schepen van Maastricht (LS3). Voor een beschrijving en afbeelding van S1, zie Venner, ‘Zegels klooster Sint-Gerlach’, 164, en van S2, zie Idem, ‘Maastrichtse schepenzegels’, 174, nr. 32, en 175.
Afschrift
Niet voorhanden.
Uitgave
a. Nève, De dertiende-eeuwse schepenoorkonden, 75, nr. 1289.11.15 (met onvolledige vertaling), naar A.
Regesten
Doppler, ‘Schepenbrieven’, 30, nr. 16. – Haas, Chronologische lijst, 87, nr. 232. – Nuyens, Inventaris Sint-Servaas, 102, nr. 460.
Ontstaan
Deze oorkonde is geschreven door een scriptor die schepenoorkonden van Maastricht mundeert en kan worden gelokaliseerd in het milieu van de schepenbank van Maastricht, zie Collectie Sint-Servaas, nr. 61 onder Ontstaan.
partners
donateurs



.avif)





