Korte samenvatting
Schepenen van Maastricht oorkonden dat Reinier de Mosa, zijn echtgenote en hun kinderen afstand hebben gedaan van een jaarlijkse cijns cijns van twintig schelling Luiks, gevestigd op het huis van Jutta, weduwe van Wijnand, wisselaar, gelegen op de Munt (te Maastricht), ten bate van zes altaren in de Sint-Servaaskerk te Maastricht.
Latijnse tekst van de oorkonde
Nosa Franco de Rufo Clippeo et Bruno supra Domum, scabini Traiectenses, protestamur quod interfuimus tamquam scabini ubi coram nobis personaliter constituti Renerus de Mosa, eius uxor et pueri viginti solidos Leodiensis annui census ad opus sex altarium, que sita sunt in ecclesia Sancti Seruatii Traiectensi, videlicet subtus Crucem, in cripta, in medio ecclesie predicte, Sancti Nicolai, supra novam fabricam et Sancti Laurentii, effestucaverunt et renunciarunt, in tantum quod satisfactum fuit per omnia. Qui recipientur annis singulis sine requisicione danda vel accipienda ad domum Iutte, relicte Winandi, cambitoris, sitam supra Monetam, pro dimidietate in Nativitate .. Domini et pro reliqua dimidietate ad Nativitatem beati Iohannis Baptiste. Warandiam facere promiserunt per annum et diem et omnes iustas querelas deponere, prout moris est, et tantos denarios prestare, quantos receperit idem Renerus et per tanti temporis spacium capellanis dictorum altarium, si dictus census evincere contingat; et quod Gisonem, fratrem suum, cum repatriaverit, ad hoc inducet quod dictum censum, si aliquid in eodem iuris habet, effestucabit ad opus altarium predictorum. Pro quibus obligacionibus omnibus et singulis condicionibus faciendis omnia bona sua titulo pignoris obligavit et ad hoc Gerardum de Boxberc, avunculum suum, et Giselbertum, filium dicti Gerardi, constituit in debitores, cum obligacione omnium bonorum eorundem, et hec omnia cum emenda.
Datum feria quarta ante festum beati Martini hyemalis, anno Domini M° CC° nonogesimob.
Nederlandse vertaling
Frank van Rufus Clippeus en Bruno supra Domum, schepenen van Maastricht, maken bekend dat zij als schepenen aanwezig waren toen Reinier de Mosa, zijn echtgenote en hun kinderen afstand hebben gedaan van een jaarlijkse cijns van twintig schelling Luiks ten bate van zes altaren in de Sint-Servaaskerk te Maastricht, namelijk het altaar onder het kruis, dat in de crypte, in het midden van de kerk, van de heilige Nicolaas, op het nieuwe werk en van de heilige Laurentius, en ze hebben ervan afgezien zodat aan alle eisen is voldaan. Dit bedrag moet elke jaar worden geïnd zonder verdere heffing te geven of ontvangen uit het huis van Jutta, weduwe van Wijnand, wisselaar, gelegen op de Munt, de ene helft op Kerstmis en de andere op 24 juni. Zij hebben beloofd vrijwaring te verstrekken gedurende jaar en dag en elke rechtmatige klacht af te doen, zoals gebruikelijk, en indien deze cijns zou worden uitgewonnen, zullen zij aan de kapelanen van de altaren zoveel penningen overhandigen over een evenlange tijdspanne als Reinier zou hebben ontvangen; en Reinier zal zijn broer Giso, wanneer deze uit den vreemde zal zijn teruggekeerd, ertoe brengen om van deze cijns, indien hij daar nog enig recht op heeft, afstand te doen ten behoeve van de zes altaren. Om al deze bedingen en voorwaarden te bewerkstelligen, heeft Reinier al zijn goederen als onderpand gesteld en Gerard van Boxberg, zijn oom, en Gijsbert, zoon van Gerard van Boxberg, als borgen aangesteld, onder verband van al hun goederen, en dit alles onder verbeurte van een geldboete.
Gegeven op 8 november 1290.
Nadere toelichting
Lees meerpartners
donateurs
.avif)
