Korte samenvatting
Hildegonde, abdis, en het convent van de abdij van Thorn hebben met instemming van hun medekanunniken en ministerialen uit vrees voor woekeraars onderstaande regeling getroffen die acht jaar zal gelden om hun grote schulden te kunnen aflossen die zijn ontstaan door branden, stormen en berovingen. Voor de aflossing van de schulden worden de opbrengsten van de hoven van Baarle en Gilze gereserveerd met de tienden maar zonder de bijgebouwen, alsook de tienden van Hemert en Avezaath. Voor de uitkeringen aan de kloosterzusters wordt toegewezen: de hoven van Thorn (met uitzondering van de kleine tiend van Thorn), Neer en Eisden, de cijns en het beheer van Oeteren, de akkers van Übach met de tiend, de goederen van Bergeijk en het eiland tegenover Wessem; de feodale rechten en het recht op de dode hand van de hoven te Neer en Eisden. Aan de abdis wordt toegewezen: de kleine tiend van Thorn (zonder de tienden van de toebehoren), de toebehoren en de feodale rechten en het recht op de dode hand van de hoven van Baarle en Gilze, de hof van Oeteren zonder de cijns en het beheer, de hof van Grathem.
Latijnse tekst van de oorkonde
Nederlandse vertaling
Hildegonde, abdis, en het convent van de abdij van Thorn hebben, omdat hun kerk met grote, zware schulden is belast door branden, stormen en berovingen en zij geen mogelijkheden hebben om die schulden te betalen, en ook vaak gekweld en in het nauw gebracht worden door hun schuldeisers, uit vrees om in handen van woekeraars te vallen, na raad ingewonnen te hebben bij verstandige en aanzienlijke mannen met hun medekanunniken en ministerialen met algemene instemming het volgende toegestaan, namelijk dat de hof van Baarle met de tienden, zonder de aanhorigheden, de hof van Gilze met de tiend van Gilze, zonder de aanhorigheden, alsmede de tiend van Hemert en van Avezaath gereserveerd worden om bovengenoemde schulden te betalen, en wel in deze vorm dat de vruchten en de opbrengst van deze hoven en tienden volledig besteed zullen worden aan de voornoemde schulden tot deze volledig zijn betaald. Tot het beheer van de prebenden van de vrouwen zijn met gemeenschappelijke raad en toestemming de volgende hoven toegewezen: uit Thorn en de aanhorigheden het geheel van alle opbrengsten, behalve de kleine tiend van Thorn alleen, die toekomt aan de abdis; tot gebruik van de vrouwen worden ook de akkers van Übach toegewezen met de tiend in zijn geheel, eveneens de hof van Neer in zijn geheel, de hof van Eisden met de aanhorigheden, en eveneens de goederen van Bergeijk in hun geheel; en het eiland, gelegen tegenover Wessem, gaat over naar gemeenschappelijk gebruik. Tot het beheer van de abdis worden met algemene toestemming en instemming deze zaken aan haar toegewezen: de kleine tiend van Thorn zonder de tienden van de aanhorigheden. Ook worden aan haar de aanhorigheden toegewezen van zowel de hof van Baarle als van de hof van Gilze met al hun wisselende inkomsten, zowel feodaal als uit de dode hand. Ook moet worden toegevoegd dat alle wisselende inkomsten in de bovengenoemde hoven, zowel de feodale als die uit de dode hand, aan de abdis worden afgestaan, behalve die van Neer en Eisden, die naar het convent gaan. En er moet aan herinnerd worden dat de hof van Oeteren wordt afgestaan aan de abdis, behalve de cijns en de te verrichten diensten, en ook de hof van Grathem, als de termijn van de verplichting verlopen is, namelijk vanaf 17 september volgend op 13 juli; de cijns daarentegen en de te verrichten diensten van Oeteren worden afgestaan aan het convent.
Deze regeling is gemaakt met gemeenschappelijke instemming en toestemming van abdis en convent tot nut van de kerk van Thorn en ter aflossing van de schulden.
Deze zal ingaan op 13 juli 1234 en acht jaar duren.
Nadere toelichting
Lees meerHildegonde, abdis, en het convent van de abdij van Thorn bestemmen voor een periode van acht jaar de inkomsten van een aantal goederen, waaronder de hoven met tienden te Baarle en Gilze en de tienden van Hemert en van Avezaath, ter delging van de schulden en zij verdelen het beheer van de goederen.
Origineel
A. Maastricht, HCL, toegangsnr. 01.187A, archief Vrije Rijksheerlijkheid Thorn, inv. nr. 13.
Uitgave
a. Dillo en Van Synghel, ONB II, 217-219, nr. 973, naar A.
partners
donateurs