Het leven in het klooster: proost en priorin
Aan het hoofd van de kloostergemeenschap van St. Gerlach stonden een priorin en een proost. De geestelijke en economische leiding was in handen van de proost, die door de stiftdames werd gekozen uit kanunniken verbonden aan norbertijnerabdijen. De proost werd voor het leven benoemd. De meeste proosten waren afkomstig uit nabij gelegen kloosters. Het klooster in Heinsberg speelde in de vroege fase van het klooster een belangrijke rol, later vooral de abdijen Knechtsteden en Steinfeld (Eifelgebied). Proosten waren ook wel uit de Norbertijnerabdijen van Averbode en Tongerlo afkomstig. De proosten van het klooster waren niet van adel. De priorin of overste werd door de stiftdames uit hun midden gekozen. Zij had de dagelijkse leiding in het klooster. De priorinnen van St. Gerlach waren tot de 18e eeuw afkomstig uit de lokale adel, zoals uit de families Hoen van Cartils, Dobbelstein van Doenrade en Van Tzevel.
Hierboven: proost Franciscus van Cauwenberg, Château Sint-Gerlach en een kanunnikes
Boven het koor van de kloosterkerk zijn de wapens van de prior en priorin die opdracht gaven voor de bouw van de huidige kerk, Van Ravenschot en Van Pelt, te zien.
partners
donateurs