Problemen met de heren van Horne (kort)

Voogdij: bedreiging in plaats van bescherming

De voogdij over een abdij hield in dat wereldlijke machthebbers de bescherming op zich namen van zo’n religieuze instelling. Het tegendeel gebeurde toen voogd Gerard I, heer van Horne, in de loop van het jaar 1314 in het land van Thorn geweld pleegde op personen en goederen van de abdij van Thorn. Daarbij werd een moord begaan op Gerlach van Ubach, voormalig kanunnik te Geertruidenberg, en werd Arnold van Thorn, dienstbode aan het hof van de abdis, ernstig verwond. In die periode eigende deze Gerard zich, in strijd met het landrecht, gemeentegronden toe. Kortom: in plaats van het Land van Thorn te beschermen, vormde deze ‘heer’ een bedreiging voor de bewoners van de abdij en de bevolking in het Land. Wat ging eraan vooraf en wat volgde?

Een bevrijdende overeenkomst

In 1282 sloot abdis Guda van Rennenberg met Willem II van Horne en diens oudste zoon Willem III een overeenkomst, waarbij de abdij de beden (heffingen) van de heer van Horne terugkocht (oorkonde nr. 47). Al eerder waren er problemen ontstaan over de inning van deze beden, waarover scheidslieden een uitspraak moesten doen(oorkonde nr. 39). De jongste zoon Gerard komt na het overlijden van zijn vader en zijn oudere broer in het bezit van het Land van Horne. Hij is ontevreden over de verkoop van de rechten aan de abdij en probeerde met alle mogelijke middelen die rechten terug te krijgen. Daarbij werd het gebruik van geweld niet geschuwd. Dat leidde tot jarenlange twisten tussen deze partijen waarbij de hulp van het hogere kerkelijk gezag werd ingeroepen.

Maatregelen in een steeds groter gebied

Op verzoek van de abdis van Thorn, Margaretha van Petersheim, sprak de officiaal van Luik, als hoofd van de kerkelijke rechtbank, op 11 juli 1314 de kerkelijke ban uit over Gerard I van Horne. Omdat Gerard zich van de maatregelen weinig aantrok, besloot de officiaal een maand later de ban voor de tweede keer af te kondigen en te verscherpen. Als dat nog niet helpt, volgen in december van dat jaar verder aangescherpte maatregelen en worden deze in een groter gebied toegepast. Nadat ook nog paus Johannes XXII wordt ingeschakeld, buigt Gerard na zes jaar vluchten het hoofd. 

Vrede?

Op 30 juli 1320 wordt door de beide partijen op het kerkhof van Elen de vrede gesloten. Gerard belooft dan alle nodige compensatie te bieden wegens de moord en de verminking. Hij zal alle onwettig geïnde gelden aan de bewoners van het Land van Thorn terugbetalen en de gronden die hij onrechtmatig heeft verworven aan de rechthebbenden teruggeven. Op 5 augustus 1320 keurt Adolf van der Mark, bisschop van Luik, het vredesverdrag goed. Maar daarmee zou aan deze onverkwikkelijke geschiedenis nog geen einde komen.

partners

donateurs

familie Beijer
© 2023 WaarvanAkte.eu, een initiatief van Stichting Limburgse Oorkonden
Gemaakt door Hive Collective