St. Gerlach als centrum van volksdevotie

In 1599 en in 1606 schonk Henricus Costerius, deken van Bergen op Zoom, relieken aan het klooster. In het jaar 1599 werd de Gerlachput teruggevonden door de rentmeester van het klooster. Bisschop Cuyckius van Roermond kwam datzelfde jaar op bezoek, door deze putvondst aangespoord, om de devotie tot H. Gerlachus te bevorderen. Hij spoorde in Valkenburg iedereen aan om de verering van St. Gerlach op te nemen en wijdde zelf de put die weer werd opgemetseld om de devotie extra te stimuleren. In 1615 nam aartshertog Albert van Oostenrijk het klooster 'in bescherming', waarmee St. Gerlach in de 17e en 18e eeuw het speerpunt van de contrareformatie in het Land van Valkenburg werd.

Met de herbouw van het kloostercomplex in de 18e eeuw na branden en vernielingen tijdens de Opstand (1568-1648) en andere oorlogen begonnen ook de bedevaarten weer aan kracht te winnen. In het jaar 1745 verscheen een nieuwe uitgave van het leven van St. Gerlach. Bij de bedevaarten naar St. Gerlach werd door de pelgrims zowel de kloosterkerk bezocht als de bron (het putje) van St. Gerlach. Er werden voor de pelgrims bidprentjes uitgegeven van St. Gerlach bij de bron of in zijn boom. Verder werd het stof van zijn graf gebruikt voor de genezing van vee. Het zand onder de tombe werd gebruikt voor de bescherming van dieren en voor het gewas, een devotie die tot op de dag van vandaag voortduurt. De pelgrims bereikten via een speciale poort in de muur rond St. Gerlach en door een speciale deur in de kloosterkerk het graf van St. Gerlach. Zie hiervoor het 18e-eeuwse pelgrimsvaantje:

Erasmus Ghoye, die van 1575-1612 proost was van St. Gerlach, gaf in 1600 een levensbeschrijving van H. Gerlach, de "Divi Gerlaci Sanctissimi Eremitae vita", uit. Hij maakte daarvoor gebruik van de Vita beati Gerlaci, de beschrijving die al rond 1225 was vervaardigd. In het jaar 1604 nam bisschop Cuyckius van Roermond in het Roermondse brevier een bijzondere officie voor St. Gerlach op, zodat Gerlachs feestdag sindsdien in januari niet alleen in St. Gerlach maar in het gehele bisdom wordt herdacht. In 1660 werd Gerlach door de bisschop uitgeroepen tot patroon van het land van Valkenburg. 

Hierboven: afbeelding van St. Gerlach bij de put naast het titelblad van Het leven van den H. Gerlacus eremyt, door C. Thilmans, 1745. Met een opdracht aan priorin Maria de Petersem de Printhagen van St. Gerlach. 

Bisschop Cuyckius had het goed gezien. Bedevaartsoorden waren in opkomst. St. Gerlach trok steeds meer pelgrims, waardoor het herstel van het klooster na de verschrikkingen van de brandschattende legers ter hand genomen kon worden. Ook werden veel nieuwe aan Maria gewijde bedevaartsplaatsen gesticht, waaronder Scherpenheuvel en Kevelaer, die door processies vanuit het heuvelland bezocht werden. Het heuvelland werd in de 17e en 18e eeuw geheiligd met kapellen, beeldengroepen en wegkruisen en werd zo een centrum van volksdevotie.

partners

donateurs

familie Beijer
© 2023 WaarvanAkte.eu, een initiatief van Stichting Limburgse Oorkonden
Gemaakt door Hive Collective