Korte samenvatting
Schepenen van Maastricht oorkonden dat Ida en Margareta, begijnen, dochters van Godfried van Wiggarberge, een jaarlijkse cijns van twaalf schelling Luiks en twee kapoenen hebben geschonken aan abt en convent van Val-Dieu (te Aubel).
Latijnse tekst van de oorkonde
Nosa Gerardus et Iohannes de Mulinghen, scabini Traiectenses, notum facimus universis quod coram nobis constitute Ida et Margareta, beghine sorores, filie Godefridi de Wingarberch, duodecim solidos Leodiensis et duos capones annui census quos emerant erga Iohannem, conatum quondam Tissini, sicut in presenti littera annexa plenius continetur, viris religiosis domino abbati et conventui Vallis Dei pure propter Deum in elemosinam contulerunt eisdem bonis coram nobis effestucando, nicchilb iuris in eisdem reservando.
In cuius rei testimonium sigilla nostra presentibus duximus apponenda.
Datum in Nativitate beati Iohannis Babtiste, annoc Domini Mo CCo LXXo sextod.
Nederlandse vertaling
Gerard en Jan van Mulinghen, schepenen van Maastricht, maken bekend dat ten overstaan van hen Ida en Margareta, begijnen, dochters van Godfried van Wiggarberge, een jaarlijkse cijns van twaalf schelling Luiks en twee kapoenen die zij hadden gekocht van Jan, bloedverwant van Tis, zoals in de aangehechte oorkonde staat, omwille van God hebben geschonken aan abt en convent van Val-Dieu en er afstand van hebben gedaan, zonder zich daarbij enig recht op die goederen voor te behouden.
Gerard en Jan van Mulinghen, schepenen van Maastricht, hebben bezegeld.
Gegeven op 24 juni 1276.
Nadere toelichting
Lees meerSchepenen van Maastricht oorkonden dat Ida en Margareta, begijnen, dochters van Godfried van Wiggarberge, een jaarlijkse cijns van twaalf schelling Luiks en twee kapoenen hebben geschonken aan abt en convent van Val-Dieu (te Aubel).
Origineel
A. Maastricht, HCL, toegangsnr. 14.B002A, archief kapittel van Sint-Servaas te Maastricht, 1062-1797, inv. nr. 451. Beschadigd. Deze oorkonde is als transfix bevestigd aan de oorkonde van de schepenen van Maastricht d.d. 1267 januari 25, zie Collectie Sint-Servaas, nr. 26.
Geen aantekening op de achterzijde.
Bezegeling: twee bevestigingsplaatsen, vermoedelijk voor de aangekondigde zegels van Gerard van Mulinghen en Jan van Mulinghen, schepenen van Maastricht (LS1 en LS2).
Afschrift
Niet voorhanden.
Uitgaven
a. Doppler, ‘Schepenbrieven’, 21-22, nr. 3, naar A. – b. Nève, De dertiende-eeuwse schepenoorkonden, 49 (met onvolledige vertaling), nr. 1276.06.24(2), naar A.
Regesten
Haas, Chronologische lijst, 71, nr. 180. – Nuyens, Inventaris Sint-Servaas, 101, nr. 451.
Samenhang
Voor de aankoop van deze cijns door Ida en Margareta van Jan, bloedverwant van Tis, zie Collectie Sint-Servaas, nr. 26.
Ontstaan
Deze oorkonde is geschreven door een scriptor die schepenoorkonden van Maastricht mundeert en kan worden gelokaliseerd in het milieu van de schepenbank van Maastricht, zie Collectie Sint-Servaas, nr. 38 onder Ontstaan.
partners
donateurs



.avif)





