Korte samenvatting
Schepenen van Maastricht oorkonden dat Florens, hun medeschepen, een jaarlijkse cijns van zes penning, gevestigd op een huis waarin vrouwe Bela van Haasdal woont, gelegen buiten de Minderbroederspoort (te Maastricht), heeft gekocht van Reinier, zoon van Frank Proost, en diens zoon Jan, alsmede een jaarlijkse cijns van drie penning, één obool en een kwart van een kapoen, te ontvangen uit het huis, genaamd van Linne. Reinier en Jan hebben afstand gedaan van deze goederen ten behoeve van de abdij van Val-Dieu (te Aubel).
Latijnse tekst van de oorkonde
Nosa Bruno et Levalus, scabini Traiectenses, protestamur quod interfuimus tamquam scabini ubi Florencius, noster conscabinus, emit erga Renerum, filium Franconis dicti Prepositi, et Iohannem, eius filium, sex denarios annui census, qui recipientur annis singulis ad domum in qua domicella Bela de Havecsdale moratur, extra portam fratrum Minorum sitam; item tres denarios et obulum et quartam partem unius caponis, qui recipientur annis singulis ad domum dictam de Linne. De quibus bonis nomine et ad opus virorum religiosorum .. domini abbatis Vallis Dei et conventus ibidem guerpierunt et effestucarunt in tantum quod satisfactum fuit per omnia. Warrandiamb facere per annum et diem iustamque querelam deponere promiserunt iuxta quod in talibus fieri consuetum est. Et ad id faciendum octo denarios annui census cum dimidio capone ad domum quondam Iohannis dicti Nagels titulo pignoris obligarunt.
Datum anno Domini M° CC° octogesimo nono, in octava Nativitatis beate Virginisc.
Nederlandse vertaling
Bruno en Levalus, schepenen van Maastricht, maken bekend dat zij als schepenen aanwezig waren toen Florens, hun medeschepen, een jaarlijkse cijns van zes penning heeft gekocht van Reinier, zoon van Frank Proost, en diens zoon Jan, die zij ontvangen uit het huis waar vrouwe Bela van Haasdal in woont, buiten de Minderbroederspoort; ook drie penning en één obool en een kwart van een kapoen, die zij jaarlijks ontvangen uit het huis, genaamd van Linne. Zij hebben in naam van en ten behoeve van abt en convent van Val-Dieu afstand gedaan van deze goederen en er van afgezien zodat aan alle eisen is voldaan. Zij hebben beloofd vrijwaring te verstrekken binnen jaar en dag en een rechtmatige klacht af te doen, zoals in dergelijke gevallen gebruikelijk. En om dit te bewerkstelligen hebben zij als onderpand een jaarlijkse cijns van acht penning met een halve kapoen op het huis van Jan Nagels gevestigd.
Gegeven op 15 september 1289.
Nadere toelichting
Lees meerSchepenen van Maastricht oorkonden dat Florens, hun medeschepen, een jaarlijkse cijns van zes penning, gevestigd op een huis waarin vrouwe Bela van Haasdal woont, gelegen buiten de Minderbroederspoort (te Maastricht), heeft gekocht van Reinier, zoon van Frank Proost, en diens zoon Jan, alsmede een jaarlijkse cijns van drie penning, één obool en een kwart van een kapoen, te ontvangen uit het huis, genaamd van Linne. Reinier en Jan hebben afstand gedaan van deze goederen ten behoeve van de abdij van Val-Dieu (te Aubel).
Origineel
A. Maastricht, HCL, toegangsnr. 14.B002A, archief kapittel van Sint-Servaas te Maastricht, 1062-1797, inv. nr. 459.
Aantekeningen op de achterzijde: 1o door 14e-eeuwse hand: Littere Vallis Dei sigellate (aldus) sigellis (aldus) scabinorum Traiectensium super censu acquisito supra domum, sittam (aldus) iuxta fratres Minores in Traiecto, ad opus dicte Vallis Dei. – 2o door 15e-eeuwse hand: R. / c 23. – 3o door 16e-eeuwse hand: 288 / 1289.
Bezegeling: één uithangend bevestigd zegel, dat niet aangekondigd is, namelijk: S2 eerste zegel van Levalus (de Lata Platea), schepen van Maastricht, van bruine was, beschadigd; en één bevestigingsplaats, vermoedelijk voor het niet aangekondigde zegel van Bruno (supra Domum), schepen van Maastricht (LS1). Voor een beschrijving en afbeelding van S2, zie Venner, ‘Maastrichtse schepenzegels’, 176, nr. 42, en 177.
Afschrift
Niet voorhanden.
Uitgave
a. Nève, De dertiende-eeuwse schepenoorkonden, 74-75 (met onvolledige vertaling), nr. 1289.09.15, naar A.
Regesten
Doppler, ‘Schepenbrieven’, 29-30, nr. 15. – Haas, Chronologische lijst, 87, nr. 231. – Nuyens, Inventaris Sint-Servaas, 102, nr. 459.
Ontstaan
Onderhavige oorkonde is geschreven door een scriptor die schepenoorkonden van Maastricht mundeert voor de abdij van Val-Dieu te Aubel d.d. 1289 november 15 (zie Collectie Sint-Servaaskapittel, nr. 62), voor de Broederschap der kapelanen van Sint-Servaas te Maastricht d.d. 1290 januari 28 (zie Collectie Sint-Servaaskapittel, nr. 63), een priester te Maastricht d.d. 1290 mei 26 (zie Collectie Sint-Servaaskapittel, nr. 64) en voor het Sint-Servaaskapittel te Maastricht d.d. 1290 november 8 (zie Collectie Sint-Servaaskapittel, nr. 65). Bijgevolg kan deze scriptor worden gelokaliseerd in het milieu van de schepenbank van Maastricht.
Tekstuitgave
Het onderscheid tussen c en t is niet altijd goed zichtbaar.
partners
donateurs



.avif)





