Korte samenvatting
Raas II van Gavere, heer van Liedekerke en Breda, erkent dat Agnes van Zottegem en Wouter, haar zoon, in de heerlijkheid Hulten de lage rechtsmacht bezitten tot een bedrag van honderd schelling Leuvens en dat de inwoners van Hulten hun ook bede en dienst verschuldigd zijn, behoudens de gemene landweer.
Latijnse tekst van de oorkonde
Nederlandse vertaling
Raas van Gavere, heer van Liedekerke en Breda, verklaart dat hij, om alle tweedracht en twist op te lossen die tussen hem en jonkvrouwe Agnes en haar zoon, Wouter van Zottegem, is gerezen en nog zal rijzen over de heerlijkheid en het gerecht van Hulten, aan hen en hun nakomelingen toestaat en gunt dat zij altijd overal binnen de grenzen van Hulten gerechtigd zijn om alle heerlijke rechten, rechtsmacht en geldelijke inkomsten die daar vervallen of opgelegd mogen worden tot honderd schelling Leuvens en daaronder te hebben. Wat daarboven wordt opgelegd, zal Raas en zijn nakomelingen hebben, behalve dat alle mannen en laten van Hulten en al degenen die daarbinnen wonen en zullen wonen, onbelast, los en vrij zullen zijn van alle beden, belastingen, aandeel in de kosten, diensten en karweien die aan hem of zijn nakomelingen betaald of gedaan moeten worden, behoudens de algemene landweer. Agnes, haar zoon Wouter en haar nakomelingen zullen van die van Hulten de bede, belastingen, het aandeel in de kosten en de diensten heffen en hebben zoals Raas die van zijn andere lieden heft en heeft.
Raas van Gavere heeft bezegeld, evenals zijn oom, Arnoud van Herselt, zijn broer Jan en zijn neef Raas Mulard.
Arnoud, Jan en Raas hebben op verzoek van Raas van Gavere bezegeld, 12 maart 1294.
Nadere toelichting
Lees meerRaas II van Gavere, heer van Liedekerke en Breda, erkent dat Agnes van Zottegem en Wouter, haar zoon, in de heerlijkheid Hulten de lage rechtsmacht bezitten tot 100 schelling Leuvens en dat de inwoners van Hulten hun ook bede en dienst verschuldigd zijn, behoudens de gemene landweer.
Origineel
[A]. Niet voorhanden.
Afschrift
B. 16e eeuw, Maastricht, HCL, toegangsnr. 01.187A, archief Vrije Rijksheerlijkheid Thorn, inv. nr. 63, naar [A].
Uitgave
a. Dillo-Van Synghel, ONB II, 914-916, nr. 1334, naar A.
partners
donateurs