1104 – 1111

AILBERTUS, stichter

1104

Ailbertus en zijn broers Walcherus en Thyemo kiezen een plek dicht bij het castrum Rodense, de burcht van Rode

1106

Adelbert van Saffenberg en zijn zoon Adolf schenken bezittingen in het land van Rode

Embrico van Mayschoss, treedt, samen met zijn vrouw, zoon en dochter, toe tot de gemeenschap van Kloosterrade en schenkt al zijn bezit; leken, zowel mannen als vrouwen, volgen hun voorbeeld

1108

Adelbert van Saffenberg en zijn zoon Adolf schenken bezittingen in het land van Rode

Embrico van Mayschoss, treedt, samen met zijn vrouw, zoon en dochter, toe tot de gemeenschap van Kloosterrade en schenkt al zijn bezit; leken, zowel mannen als vrouwen, volgen hun voorbeeld

1111

Ailbertus verlaat Kloosterrade en sticht een nieuwe kluis in Clairefontaine

1112 – 1119 RICHER, proost, 1119 – 1122 abt

Kiest regel van St. Augustinus als leefregel voor Kloosterrade  en legt deze ter goedkeuring voor aan paus Calixtus II

Het aantal lekenbroeders en zusters blijft toenemen, hij beperkt het aantal kloosterzusters

1122 – 1123 GISELBERT, abt

Door bisschop Albero van Luik uit zijn functie ontheven

1123 – 1124 BERTOLF, overste

Voelde zich niet geaccepteerd en vertrok

1124 – 1127 BORNO, overste

Trok zich terug op aandringen van paus Honorius II

1127 – 1129 HERIMAN, electus, geen overste

Door bisschop Albero van Luik uit zijn functie ontheven

1129 – 1134 FREDERIK, overste

Trok zich terug op aandringen van medebroeders

1134 – 1137 BORNO, abt

Voor tweede keer gekozen

1137 – 1140 JOHAN, overste

Niet voorgedragen voor abtszegen; hij brengt de kloosterzusters over naar het klooster Marienthal in het Ahrdal

1140 – 1178 ERPO, abt

Wordt voor het eerst in 1140 in een oorkonde genoemd als abt van Kloosterrade door schenkingen en aankopen groeit het bezit, de abdij kent een periode van bloei

1151

Jutta, echtgenote van hertog Walram II, treedt in Kloosterrade in en draagt kerk en tienden van Lommersum over aan de abdij. Na haar dood wordt zij in de abdijkerk begraven. Hiermee verwerft de abdij de status van begraafplaats van de dynastie van de hertogen van Limburg

1160

De stichting van Kloosterrade en de geschiedenis van volgende decennia tot 1153 worden door de eerste kroniekschrijver opgetekend in wat later de Annales Rodenses zal gaan heten

1187 – 1217 RUTGER, abt

1218 -1222 HELMERIK, abt

1222 – 1246 MARSILIUS, ab

1226

Bij het schrijven van de voortzetting van de kroniek van Kloosterrade heeft Heyendal deze oorkonde aanvankelijk niet gezien. Ten gevolge hiervan heeft hij personen en gebeurtenissen in een verkeerde samenhang geplaatst. Later heeft hij een herziene versie geschreven.

1252 – 1269 KOENRAAD, abt

1272 - 1273 WALRAM, abt

1282 - 1283 ANSELM, abt

1280 hertog Walram III van Limburg sterft zonder mannelijke opvolger.De strijd om de aanspraken op het hertogdom wordt leidt tot de Limburgse Successieoorlog (1283-1288) die eindigt met de slag bij Woeringen. Een periode van langdurig geestelijk en materieel verval staat de abdij te wachten.

1290 CONO, abt

1301 THEOBALD, abt