Tijdlijn Sint-Gerlach (hoogtepunten St. Gerlach om de ontwikkeling in de tijd van de betreffende locatie zichtbaarder te maken aan de hand van oorkonden)
Verovering van Jeruzalem door de kruisridders in de Eerste Kruistocht.
Geboorte van de ridder Gerlach in de omgeving van Maastricht.
Tweede Kruistocht waarin de beoogde verovering van Damascus mislukt.
Gozewijn III, heer van Valkenburg, vergezelt keizer Frederik Barbarossa tijdens drie Italiaanse veldtochten tussen 1154 en 1176.
Overlijden van Gerlach, de heilige van het Geuldal.
Schenking van land ‘bij de eik’ (de grond rond de kluizenarij) aan het klooster Sint-Marie te Heinsberg (Duitsland).
Kort na ca. 1165: ontstaan van de bedevaart naar het graf van Sint-Gerlach.
Derde Kruistocht; de kruisridders slagen er niet in Jeruzalem te veroveren. Frederik Barbarossa verdrinkt in deze kruistocht bij het doorwaden van een rivier.
Toestemming aan het klooster Sint-Marie om op dit land ‘bij de eik’ een kapel te bouwen en stichting bij deze kapel van het klooster St. Gerlach door Gozewijn IV, heer van Valkenburg.
Eerste vermelding van ‘locum sancti Gerlaci’, de plaats van de heilige Gerlach.
Vierde Kruistocht: Gozewijn IV, heer van Valkenburg, verbreekt zijn kruisvaarderseed, maar wordt ontslagen uit de daaropvolgende kerkelijke ban door de schenking van een hoeve in Munstergeleen aan het klooster St. Gerlach.
Kapel in de kluis van Sint-Gerlach staat onder water door overstroming van de Geul, de proost van het klooster Sint-Marie laat een tombe maken voor een schrijn met de overblijfselen van Gerlach.
Eerste zekere vermelding van het klooster Sint-Gerlach te Houthem.
Een monnik beschrijft het leven van Sint-Gerlach in de Vita beati Gerlaci.
Opname van het vrouwenklooster Sint-Gerlach in de Orde van de Norbertijnen.
Pauselijke bescherming van het klooster Sint-Gerlach en bevestiging van alle bezittingen.
Schenking aan het klooster Sint-Gerlach van de weg door het dorp Sint-Gerlach door Walram, heer van Valkenburg en Monschau.
Voordracht door het klooster Sint-Gerlach van een nieuwe pastoor voor de kerk van Oirsbeek.
Bouw van een muur rond het klooster Sint-Gerlach op het grondbezit van het Maastrichtse Sint-Servaaskapittel.
Stichting van een altaar in het klooster Sint-Gerlach door Goblio van Schinnen, kanunnik van Sint-Pieter te Luik.
Afspraak over een maximum van 30 nonnen in het klooster Sint-Gerlach.